woensdag 14 juli 2021

Een eerder interview met David Wallace- Wells in de Volkskrant van april 2019.......................................... woensdag 14 juli 2021.

 Ik kon nog een interview terughalen van de Volkskrant welke een interview hadden met David Wallace Wells, de auteur van het boek  "de onbewoonbare aarde ".
Het artikel zelf verteld deels over het boek en ook over de kritieken die het boek kreeg.



InterviewDavid Wallace-Wells

‘Jij gaat minder vliegen? Prima, maar de wereld red je er echt niet mee’

David Wallace-Wells: ‘We hebben de mensheid binnen één generatie aan de rand van een catastrofe gebracht. Nu hebben we één generatie de tijd om die ramp te voorkomen.’  Beeld
David Wallace-Wells: ‘We hebben de mensheid binnen één generatie aan de rand van een catastrofe gebracht. Nu hebben we één generatie de tijd om die ramp te voorkomen.’

Aan sombere studies over klimaatopwarming geen gebrek. Maar een boek als De onbewoonbare aarde was er nog niet. Motto: het is nog véél erger dan je denkt. Toch vindt auteur David Wallace-Wells zichzelf geen paniekzaaier.

Ondraaglijke hittegolven, hongersnoden, superstormen, megabosbranden, overstromingen, droogte, economische ineenstorting, oorlogen. Het lijkt een bijbelse litanie van de plagen van Egypte. Maar het zijn de gevolgen van opwarming van de aarde met 3 tot 4 graden boven pre-industrieel niveau, het pad waarop de wereld afkoerst als we niet snel drastisch ingrijpen.

De Amerikaanse schrijver David Wallace-Wells (36), journalist bij New York Magazine, noemde zijn onlangs vertaalde boek niet voor niets De onbewoonbare aarde. Als de opwarming doorzet, zullen grote delen van de wereld, vooral in Afrika en Zuid-Azië, eind deze eeuw zo goed als onleefbaar worden. Dat zal onder meer leiden tot honderden miljoenen klimaatvluchtelingen.

Halverwege zijn boek complimenteert Wallace-Wells de lezer die nog steeds de moed heeft om door te lezen. Maar een paniekzaaier vindt hij zichzelf niet, zegt hij tijdens een gesprek in zijn Amsterdamse hotel. ‘Niet mijn boek, maar de wetenschap is alarmerend. En als journalist vind ik dat kennis die goed genoeg is om in de beste wetenschappelijke tijdschriften ter wereld gepubliceerd te worden, ook goed genoeg is om te worden gedeeld met het grote publiek. Als de wetenschap zegt dat we afstevenen op een opwarming van 4 graden, lijkt het me zeer neerbuigend om mensen die waarheid te onthouden.’

De onbewoonbare aarde gaat terug op een gelijknamig artikel van Wallace-Wells uit 2017, dat in korte tijd het meest gedeelde artikel uit New York Magazine ooit werd. Het werd ook zwaar bekritiseerd, omdat het overdreven zwartgallig zou zijn en alle hoop de bodem in zou slaan. Het boek is welwillender ontvangen, zegt hij. ‘Ten dele omdat ik me daarin minder op de slechtst mogelijke, en meer op de waarschijnlijkste scenario’s richt. Maar ook omdat klimaatwetenschappers mensen, meer dan in het verleden, durven te vertellen hoe de zaken ervoor staan. Eindelijk mag de waarheid worden gezegd.’

De klimaatwetenschap heeft lang last gehad van wetenschappelijke terughoudendheid, aldus Wallace-Wells. ‘Klimaatwetenschappers pasten een soort zelfcensuur toe, uit angst voor het verwijt dat ze paniek zaaiden. De journalistiek weerspiegelde die voorzichtigheid. Al valt dat niet alleen journalisten aan te rekenen; het is een algemeen menselijke eigenschap om beangstigende feiten over de toekomst niet onder ogen te zien.’

Met angst is trouwens niets mis, zegt Wallace-Wells. ‘Het is een prima middel voor politieke bewustwording, kijk naar de antikernwapenbeweging. Dat de klimaatbeweging angst tot nu toe heeft vermeden, lijkt me dom.’

De laatste twee jaar is er wel iets veranderd. Het recentste rapport van het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties, benadrukt het belang van de relatief veilige limiet van 1,5 graad opwarming. Een wereldwijde reeks hittegolven, bosbranden en stormen hebben daarin een rol gespeeld. ‘Mensen voelen dat we in een nieuwe realiteit zijn terechtgekomen. Ze willen dat experts hun nu het eerlijke verhaal vertellen. We maken echt een proces van bewustwording door, vandaar ook de snelle groei van de klimaatbeweging.’

In de VS sloeg uw boek in als een bom, terwijl er vrijwel geen nieuwe feiten in staan. Veldwerk hebt u ook niet gedaan.

‘Dat vond ik niet nodig, want de cijfers en het toekomstbeeld dat ze oproepen, zijn al dramatisch genoeg. Klimaatjournalisten pakken vaak een trip mee naar een smeltende gletsjer of een verzuipend eilandje, maar voor mij voegt zoiets weinig toe. Integendeel, verhalen verliezen zo hun focus. Ik vond niets zo onthullend en schokkend als het lezen van al die wetenschappelijke studies. Journalistieke trucs kunnen de waarheid alleen maar versluieren.’

U benadrukt het enorme tempo van de opwarming.

‘Dat was wat me het meest verbijsterde van het hele verhaal. Toen ik opgroeide, was klimaatverandering een langetermijnprobleem, dat was ontstaan door de industriële revolutie en waartegen we op enig moment iets moesten doen. Een probleem voor de toekomst. Maar meer dan de helft van alle CO2 die de mens heeft uitgestoten, is opgestookt in de laatste dertig jaar. Zeg maar: sinds de oprichting van het IPCC en de première van Seinfeld. Toen ik begin jaren tachtig werd geboren, was het klimaat nog min of meer stabiel. Nu staan we aan de vooravond van een wereldwijde klimaatramp. We hebben willens en wetens meer schade aangericht dan we ooit hebben gedaan in onwetendheid. Dat is een belangrijke les: kennis volstaat blijkbaar niet om in actie te komen.

‘We zitten nu al midden in een ongekende klimaatcrisis. Wereldwijd wordt het ene weerrecord na het andere gebroken, stormen in de VS die vroeger eens in de vijfhonderd jaar voorkwamen, treffen ons nu drie jaar achter elkaar en het is warmer dan op enig ander moment in de geschiedenis van de mensheid. Onze hele beschaving is gebouwd op een raamwerk van wankele klimaatcondities, en het is de vraag of die beschaving was ontstaan als het klimaat een fractie anders was geweest. Mensen passen zich aan en de beschaving zal niet zomaar instorten, maar ons leven zal de komende decennia volledig op zijn kop worden gezet.’

Terwijl deze generatie het probleem moet oplossen.

‘Klopt, volgens de VN moet de uitstoot van fossiele brandstoffen naar nul in 2050. We hebben dus nog 31 jaar de tijd. Als we de limiet van 1,5 graad in zicht willen houden, moeten we de uitstoot binnen twaalf jaar met 50 procent hebben teruggeschroefd. Dat is een enorme onderneming, die een wereldwijde inspanning vereist. En het is de verantwoordelijkheid van één enkele generatie: de onze.

‘We hebben de mensheid binnen één generatie aan de rand van een catastrofe gebracht, en nu hebben we één generatie de tijd om die ramp te voorkomen. Dat is een ongekende existentiële crisis, een morele uitdaging op theologische schaal. Dat aspect is tot nu toe onderbelicht gebleven: dat onze generatie de taak heeft de wereld zoals wij die kennen te redden. We hebben allemaal onze rol. We zijn allemaal geroepen tot heldendaden.’


Toch krijgt u vaak het verwijt van een alarmistische toon. Des te opvallender is het dat u maar weinig aandacht besteedt aan oplossingen.

‘Ik wilde dat dit boek vooral descriptief zou zijn, niet prescriptief. Ik wilde de schaal van het probleem in kaart brengen, geen handleiding schrijven om de zaak op te lossen. Die oplossing is ook niet zo moeilijk, we weten allang wat we moeten doen: alle fossiele brandstoffen uitbannen, zo snel en volledig mogelijk. Ongeacht de maatschappelijke gevolgen, want elk aspect van het moderne leven heeft een carbon footprint.

‘Politici zijn nog voortdurend aan het debatteren over het verlagen van de broeikasgasemissies, maar dat is een gepasseerd station, we moeten echt naar nul. We zullen bovendien nog de nodige CO2 uit de atmosfeer moeten halen met nieuwe carbon capture-technieken, want de concentraties zijn al te hoog. Wetenschappers zijn het erover eens dat alles boven 350 ppm (deeltjes CO2 per miljoen luchtdeeltjes, red.) gevaarlijk is, en we zitten al boven 411 ppm.’

De emissies van de wereldwijde energiesector stijgen intussen gewoon door. Vorig jaar met 1,7 procent naar een record van 33,1 miljard ton.

‘Zelfs de Europese Unie zit nog onder de doelstellingen van het akkoord van Parijs. Ik denk dan ook dat we alle denkbare oplossingen zullen moeten inzetten om de CO2-uitstoot terug te dringen, inclusief kernenergie en technieken om CO2 uit de atmosfeer te halen en op te slaan, al weten we nog niet of die op grote schaal werken. Over geo-engineering, het kunstmatig ingrijpen in het klimaatsysteem, heb ik mijn twijfels. Ik denk dat we de effecten nog niet kunnen overzien. Misschien kan het een tijdelijke aanpak zijn, om tijd te winnen, maar ik zou bang zijn dat het een permanente oplossing wordt, een excuus om niet met fossiele brandstoffen te stoppen.’

Iedereen weet wat er moet gebeuren, toch lukt het niet. Waarom niet?

‘Op individueel niveau hebben weinig mensen de moed en de helderheid van geest om te doen wat nodig is. Ik leef zelf ook niet echt naar mijn inzichten, en als ík al marchandeer en in een staat van ontkenning verkeer, zal dat voor veel anderen ook gelden. Op landelijk niveau heb je de invloed van de fossiele industrie, die miljarden uitgeeft om klimaatbeleid te blokkeren. Maar het grootste probleem is het gebrek aan internationale collectieve actie. Als wereldleiders er al in slagen tot klimaatactie over te gaan, hebben afzonderlijke landen nog altijd redenen om niet of veel trager te handelen. Dat dilemma is het lastigst op te lossen.

‘Gelukkig begint er iets te veranderen. Economen zijn er inmiddels achter dat het veel duurder is om de opwarming niet aan te pakken dan om dat wel te doen, dat de kosten astronomisch oplopen als we niet snel beginnen en dat het uitbannen van kolen en gas juist grote voordelen biedt. En het begint tot wereldleiders door te dringen dat alle landen uiteindelijk beter af zijn met sneller ingrijpen.

‘Onlangs meldde Indonesië – dat de laatste tien jaar zijn CO2-uitstoot nog verdubbelde – dat het in 2030 zijn emissies gaat halveren, in lijn met Parijs. Dat levert het land nog steeds een economische groei op van 6 procent, 1 procent meer dan nu. Interessant dat een ontwikkelingsland zo vooroploopt. Goed ook, want juist het beleid van opkomende landen wordt bepalend voor ons klimaat.’

U benadrukt vooral de noodzaak van collectieve actie. Waarom hecht u zo weinig belang aan het individuele handelen van burgers?

‘Iedereen die klimaatbewuste consumentenkeuzes wil maken, moet dat vooral doen. Ik vind dat prijzenswaardig en kijk er zeker niet op neer. Maar als het gaat om bijvoorbeeld de luchtvaart, kunnen jij en ik onze vliegreizen wel terugschroeven, maar zal het vliegverkeer wereldwijd desondanks enorm groeien. De enige manier om daar echt iets aan te doen, is klimaatneutrale vliegtuigen ontwikkelen. Dat zal grote investeringen vergen, waarbij je de wereldwijde luchtvaartsector nodig hebt.

‘Je kunt algemene beleidsdoelen best steunen zonder die te onderbouwen met persoonlijk gedrag. Je kunt voor de verzorgingsstaat zijn zonder zelf filantroop te worden, door in te stemmen met hogere belastingtarieven die ten goede komen aan sociale doelen. Zo kun je ook voor ambitieus klimaatbeleid zijn zonder eerst je eigen carbon footprint geheel te elimineren. Om ons klimaat te redden, moeten we vooral collectief beleid ontwikkelen.’

Hoe dan?

‘De recente opkomst van massabewegingen op het gebied van klimaat, zoals de scholierenstakingen van activisten als Greta Thunberg en organisaties als Extinction Rebellion, vind ik heel bemoedigend. Ik hoop dat ze invloed gaan uitoefenen op het beleid van regeringen. Maar in westerse democratieën is het belangrijkste wapen dat we hebben uiteindelijk ons stemgedrag. Alleen stemmen op partijen met een ambitieus klimaatbeleid, dus.’

In veel westerse landen zijn juist rechts-populistische partijen met een klimaatsceptische agenda in opkomst. In Nederland won Forum voor Democratie met misleidende teksten over 1.000 miljard euro aan weggegooid klimaatgeld.

‘Je moet de kosten van klimaatbeleid altijd in vergelijkende zin presenteren. Gezondheidszorg en onderwijs kosten ontzettend veel geld, maar stel je eens voor wat het zou kosten als we die niet zouden hebben. Zo is het ook met klimaatbeleid. De prijs van het ontbreken van klimaatbeleid, en dus van extreme opwarming, is zo onvoorstelbaar hoog dat we samen veel beter af zijn als we nu actie ondernemen, wat het ook kost.’

Opmerkelijk genoeg benadrukt u in uw boek dat u ondanks alles een optimist bent. U hebt tijdens het schrijven zelfs een dochter op de wereld gezet.

‘Optimisme is een zaak van perspectief. Als we niets doen, stevenen we af op 3 tot 4 graden opwarming, met alle verschrikkelijke gevolgen van dien. Ik geloof niet dat het zover zal komen, want we zullen ingrijpen en ik zie al veel vooruitgang op gebieden als hernieuwbare energie. We zullen de opwarming niet tot 2 graden beperken, maar ook niet uitkomen op 4. Ik zou zeggen dat elke uitkomst onder 4 graden een reden tot optimisme is.’

Uw dochter en haar kinderen zullen wel in een heel andere wereld leven.

‘Absoluut. Zelfs als we de opwarming op miraculeuze wijze beperkt weten te houden tot die ‘veilige’ 1,5 graad van Parijs, zal de wereld totaal veranderen. Alleen al doordat we een geheel andere energie-infrastructuur krijgen: een wereld vol zonnecentrales, carbon capture-installaties en nieuwe vormen van landbouw. Een wereld na een opwarming van 4 graden zou helemaal onherkenbaar zijn, een helse plek met onvoorstelbaar menselijk lijden.’

Houden we nog wel natuur over?

‘Het effect van klimaatverandering op de natuur zal gigantisch zijn. Veel plant- en diersoorten zullen uitsterven. De sneeuw op bergtoppen zal smelten. In bossen verdwijnen de herfstkleuren, bladeren verkleuren voortaan ineens van groen naar bruin. De wereld van onze kinderen en kleinkinderen zal worden beheerst door die verarming van de natuur. Dat is een filosofisch, moreel en esthetisch verlies.

‘We leven in het antropoceen, het tijdperk waarin de onderwerping van de natuur door de mens volledig lijkt. We zouden dus kunnen denken dat de natuur haar langste tijd heeft gehad: The End of Nature, naar het boek van Bill McKibben. Maar de grote les van klimaatverandering is juist het tegenovergestelde: we hebben de natuur er helemaal niet onder. De opwarming is de wraak van de natuur.’

NON-FICTIE
David Wallace-Wells
De onbewoonbare aarde. Het leven na de opwarming
Uit het Engels vertaald door Aad Janssen en Pon Ruiter.
De Bezige Bij; 272 pagina’s, prijs: 22,99 euro.David Wallace-Wells

1982 geboren in New York

2004 studie geschiedenis, Brown University

2005 redacteur bij achtereenvolgens Slate, The New York Sun en The Paris Review

2011 redacteur New York Magazine

2017 adjunct-hoofdredacteur New York Magazine

2017 artikel: ‘The Uninhabitable Earth’

2019 National Fellow, New America Foundation

2019 boek: The Uninhabitable Earth Life after Warming

David Wallace-Wells is getrouwd en heeft een dochter.