Al een paar maanden vliegt er in mijn tuin een Pimpelmees rond met weinig veren op zijn kop.
Eerst dacht ik, misschien is de rui al begonnen ? Maar dat blijkt dus niet zo te zijn.
Ik vond hem aandoenlijk en ik heb toe een voeder-silo opgehangen met zonnepitten, daar zijn ze hier gek op.
Alleen het vervelende is, hij wordt door koolmezen en ander pimpelmezen weggejaagd.
Gisterochtend was ik even buiten in de tuin, en zeg ik hem vliegen. Ik kon toen wat dichterbij komen, zonder dat hij wegvloog. Meneer de pimpelmees was bezig met de voeder-silo, maar maakte er een zooitje van. Hij gooide alle zonnepitten er uit. Misschien kan hij ze niet openbreken, dacht ik nog.
Dus ik gepelde zonnepitten op mijn hand gedaan en dat heel behoedzaam aangeboden aan hem. Elke keer weer een stukje dichterbij. Op een gegeven moment at hij van mijn hand !!
Maar vandaag lees ik, dat er een ziekte heerst onder de pimpelmezen en dat het mogelijk een bacterie is, welke ook longontsteking geeft.
Ze raden aan, alle voer-mogelijkheden weg te halen en alles goed schoon te malen met een mengsel van bleekwater met water, ter ontsmetting.
Zielig om dit vogeltje zo te zien. En inderdaad, zoals bij de ziekte staat, worden ze veel minder schuw en kun je ze benaderen.
En dit is een link naar het filmpje wat ik van hem maakte !
Een artikel van de Volkskrant in april 2020.
https://www.volkskrant.nl/wetenschap/raadselachtige-infectieziekte-teistert-pimpelmezen~b0d469c9/
Raadselachtige infectieziekte teistert pimpelmezen
Ook de pimpelmees kampt met een gevaarlijke ziekte: in Duitsland en Nederland worden opvallend veel dode vogels gevonden. Onderzoekers roepen op om voeder- en drinkplaatsen goed schoon te houden.
De kleine pimpelmees – met de karakteristieke blauwe kuif en het zorromasker – heeft het zwaar dit broedseizoen. De Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) van de Universiteit Utrecht heeft inmiddels honderd meldingen van zieke of dode pimpelmezen ontvangen. Dat terwijl vorig jaar rond deze tijd amper een melding binnenkwam. Ook Sovon Vogelonderzoek Nederland registreert meer meldingen dan in voorgaande jaren.
Onderzoek in Duitsland – waar het aantal meldingen al in de duizenden loopt – heeft inmiddels uitgewezen dat de pimpelmezen waarschijnlijk aan een longontsteking zijn gestorven, veroorzaakt door de bacterie Suttonella ornithocola. Verwekkers als het usutuvirus (waaraan afgelopen jaren veel merels stierven), het westnijlvirus en het vogelgriepvirus zijn uitgesloten.
Ook in Nederland werd een longontsteking aangetroffen bij een aantal dode pimpelmezen, onderzoek wijst bij enkele gevallen eveneens in de richting van de bacterie Suttonella ornithocola. Toch is het volgens DWHC nog te vroeg om conclusies te trekken, want op dit moment kan in Nederland nog niet op deze bacterie worden getest. Dit komt doordat de laboratoria met beperkte mankracht werken vanwege de coronamaatregelen.
Hygiƫne
Omdat het hier om een infectieziekte lijkt te gaan, kunnen maatregelen het risico op besmetting verkleinen. Het DWHC roept op om voeder- en drinkplekken dagelijks schoon te maken en regelmatig te ontsmetten en te verplaatsen. Gebruik van handschoenen wordt aangeraden.
Wie een zieke of meerdere dode pimpelmezen in de tuin vindt, kan de voeder- en drinkplek volgens DWHC beter weghalen, voor zo’n twee tot vier weken. Zieke pimpelmezen zitten bol (ze zetten hun veren uit), zijn suf en zijn hun schuwheid verloren. Bolzittende groenlingen kunnen besmet zijn met het geel, een infectie met een parasiet. Ook dan zijn goede hygiĆ«nemaatregelen belangrijk.
Wie een dode (pimpel)mees vindt, kan dat melden op de websites van Sovon of DWHC. Alleen zo kunnen zij de volle omvang van de mezensterfte goed in kaart brengen. Het DWHC adviseert om een dode vogel niet met blote handen aan te raken.
Niet eerder in Nederland
Suttonella ornithocola werd al eerder in Europa vastgesteld, onder andere in 2018 in Noordrijn-Westfalen, maar dook voor zover bekend niet eerder in Nederland op. Hoewel de bacterie vooral pimpelmezen treft, kunnen ook andere meessoorten besmet raken.
Overigens betekent besmetting niet per se dat de vogel eraan zal overlijden. Hoe vogels de bacterie aan elkaar kunnen overdragen en hoe lang de bacterie in de buitenlucht kan overleven, is onbekend. Er zijn vooralsnog geen aanwijzingen dat mensen gevaar lopen op besmetting.