Ik ben geboren in 1960 in Zaandam. Ik ben nog uit de tijd dat je in bad ging in een zinken teil voor de kolenkachel. Vaak ging je ook in het water baden van degene die voor jou was. We hadden nog geen douche. Mijn moeder deed de was in hele grote pannen met een houten wasbordje. Er was een hele grote houten "knijper " om de was te bewegen en als je was klaar was, ging het door de wringer en daarna aan de waslijn. Omdat de ramen van enkel glas waren, hadden we in de winter ( die hadden we toen nog ) vaak ijsbloemen in de ramen.
In de achtertuin hadden we een kolenhok en we moesten de kolen daaruit halen met een kolenkit om daarmee de kachel brandend te houden.
Er stond alleen een kachel in de woonkamer, boven was alles koud. En als je het koud had, kreeg je een extra deken of een plaid voor het slapen.
In de winter kregen we vaak een kruik mee. Dat was een stenen kruik van Bols ( jenever ) en die ging in een zelf gebreide sok.
Weggooi luiers bestonden toen nog niet en als baby had je katoenen luiers aan. Huisvrouw zijn was best een drukke "baan" toen, want alles moest met de hand.
Tegenwoordig zijn de winters een lange herfst geworden. In mijn kindertijd konden wij heel vaak schaatsen en hadden we ook best vaak een witte kerst.
De kerstboom had toen nog echte kaarsjes en er stond altijd een emmer klaar als de kerstboom " aangestoken werd.
Oude beukenblaadjes in de lente, de zon kleurt ze mooi bruin-geel. Als de beuk nog klein is of als het een "haagbeuk" is geven ze de oude bladeren moeilijk af. Vaak vallen de oudere blaadjes pas als er fris groene blaadjes verschenen zijn.
De Dotterbloem is een echte voorjaarsbloem. Door het veranderende klimaat, gaat ze steeds vaker kopje onder. Je ziet zelfs de bloemen onder water bloeien.
Nu kan de dotterbloem wel tegen wat water, maar ze zal voor de toekomst een hoger plekje moeten zoeken, want onder water is er geen bestuiving mogelijk en worden er geen zaden gevormd. Gelukkig vormt ze ook knollen waarmee ze zich vermeerderd. Veranderingen in het klimaat worden veroorzaakt door de mens en hebben effect op al het leven.
In het Zwanenwater kwam ik zomaar een goudhaantje tegen. Het was een vrouwtje als ik internet mag geloven. Ik heb echt heel veel foto's moeten maken om een paar succesvolle foto's te krijgen. Wat is het een druk vogeltje.... vliegt en hipt snel van tak naar tak en onder oude blaadjes kijken of er insecten zijn.
Gelukkig had ik mijn telelens mee, maar ik geloof dat ik nooit een "vogelman " zal worden. Macro is wat meer standvastiger :) Maar wat een mooi vogeltje is het, tevens het kleinste vogeltje van Europa.
De Sleedoorn is één van de vroegste bloeiende struiken. Vaak ze zitten dan ook vol met bijen en hommels. Door het vroege voorjaar zijn deze ook al op pad om stuifmeel te verzamelen voor hun broed. Vroeg bloeiende planten zijn best belangrijk voor de bijen en de hommels. De bijen-koningin begint in januari al eitjes te leggen en de wintervoorraad begint op te raken. Als je op mooie zonnige dagen je oren goed open zet lijkt het soms wel de TT van Assen, zoveel zoemend verkeer is er door de lucht !!
De hommels die je nu ziet vliegen zijn allemaal van adel, het zijn allemaal koninginnen.
Deze haas zit op de uitkijk. Waarschijnlijk zoekt hij vrouwtjes. Als je mazzel hebt, kun je soms groepen hazen zien op de weilanden. Een aantal hazen die elkaar achterna zitten en soms een zittende houding aannemen en met elkaar boksen met hun voorpoten.
Dat zijn de rammelaars ( de mannetjes ) die laten zien aan de vrouwtjes ( die vaak aan de buitenkant zitten te kijken ) hoe stoer en sterk ze zijn. Wie wordt de winnaar en mag met de vrouwtjes paren en wie kiest het hazenpad ( de verliezer ).
Mijn zus Nelly trakteerde mij op een midweekje in een vakantiepark nabij het zuidlaardermeer. Het was half mei en de laatste jaren is het in mei best vaak mooi weer.
Maar helaas deze keer niet. Maar gelukkig hebben we altijd nog regenkleding. Het was soms wat glibberen door de bossen.
En je ziet de natuur eens van een andere kant, dus wanneer het de halve dag regent.
Soms kom je de raarste dingen in het bos tegen. Zoals dit hartje van suiker aan een touwtje en met een briefje er onder.
We hebben ( ondanks dat ik nieuwsgierig was wat er op het briefje stond ) maar onaangeroerd laten hangen. Alles was zo doordrenkt van water, dat het hartje het zou begeven als je er aan zou zitten. Hoewel de lariks vele oude kegeltjes aan zijn takken laat hangen zie je nu ook de nieuwe kegels al komen. Ze zijn nog mooi groen.
En met al de regen tiert het mos weelderig.
De provincie Groningen heeft nog ruimte. Heel anders dan de dicht opeengepakte Randstad. Je kan hier akkers zien die tot aan de horizon reiken.
Hoewel het allemaal heel mooi lijkt, heeft de mens een deel van Groningen ook al verpest door teveel gas uit de bodem te halen waardoor er aardbevingen zijn ontstaan met grote schade's aan vele huizen en boerderijen. De verantwoordelijke partijen ( de regering en de NAM ( nederlandse aardolie maatschappij )) drukken hun snor en laten vele gezinnen en boeren achter met een hoop stress en allemaal beloftes die ze niet nakomen. Je zou daar maar wonen in het gebied met aardbeving-schade, je ligt nachten wakker van de zorgen en als je boer bent wordt je dubbel gepakt, want i.v.m. het stikstof problematiek willen ze boeren uitkopen.
Dit zie je af en toe in Noordholland ( waar ik woon ), maar gelukkig veel vaker in het groningse landschap. Koolzaadvelden !!
Zo kleuren grote stukken landbouwgrond geel. het geeft zo een mooi contrast in het landschap. En de olie die uit het koolzaad komt heeft vele doeleinden, onder andere biobrandstof.
De Eilandspolder begin juni. Hier lijkt het voorjaar laat te beginnen, want je ziet nog veel oud riet zitten welke een oranje kleur krijgen door de opgaande zon. En het nieuwe ( groene ) riet staat nog maar erg laag.
Hoe vaak ik al hier geweest ben ! Rust zoekend na stressvolle perioden. Of met de vrouw waar ik met heel mijn ziel van hield. In de natuur glijden vaak alle zorgen van mij af en geniet ik echt van het leven. Het leven kan oh zo mooi zijn, maar ook zo moeilijk en onrechtvaardig.
De laatste 10 jaar kwam ik ook vaak in de s-Gravenlandse buitenplaatsen. Een stukje natuur met vele grote landhuizen van de rijke mensen uit Amsterdam. Die ontvluchten in de zomer de grote stad omdat het daar niet te harden was van de stank ( open riool ). Reusachtige eiken staan daar en veel exotische struiken ( zoals de prachtframboos uit Canada ) en aparte bomen. Als je hier heel vroeg bent zie je de reeen lopen door de weilanden, die ingesloten zijn door de bossen. In de herfst zie je hier ook vele paddenstoelen. Ik kom hier elk jaar zeker wel een keer of 2 a 4. Zouden de koeien ook genieten van de mist en de zon ?
Wat zijn het toch mooie diertjes, libellen. Links zie je de 4 vlek libelle en rechts de gewone oeverlibelle. Een hele tijd ging het best slecht met de libellen omdat het oppervlaktewater sterk vervuild was. Veel bedrijven mochten direct op het water lozen, wat maakte dat het waterleven het erg moeilijk had. Net als de libellen had ook de groene kikker het slecht. Maar na ingrijpen door de overheid zie je nu dat het oppervlakte water een stuk schoner is geworden en het leven in deze sloten weer aantrekt.
Zelf zie ik dat aan de kikkers en de libellen waarvan er elk jaar weer meer zijn te zien.
Toen ik kind was, zag je overal leven. Wij woonden beneden aan een hoge dijk en de bermen bestonden uit gras en een heleboel wilde bloemen en planten.
We woonden dichtbij een sloot en dan word je als kind al vroeg aangestoken om te gaan vissen ( net als je vriendjes ). Ik heb best vaak meegemaakt dat je je hengel maar in het water hoefde te leggen en er zat alweer een vis aan. Zo ook in de rivier de Zaan, ik viste met een werphengel en aan mijn lijn zaten 3 haken en aan de haken had ik ventielslang gedaan. Ik kwam w.s. in een school baarzen terecht en ving in een uur tijd wel 40 baarzen. Het wemelde overal van het leven. Dat in tegenstelling tot de huidige tijd. Niet alleen de verscheidenheid aan dieren is veel minder geworden, maar ook in aantallen.
Hoewel het beter gaat sinds bedrijven niet meer mogen lozen op het oppervlakte water, is nu het probleem dat veel oppervlakte water teveel meststoffen bevatten van de boeren. De vele stikstof op het land lekt weg naar het water. In de buurt waar ik woon zie je dat al het water dichtgroeit met eendenkroos ( als gevolg van de vele meststoffen ), waardoor de waterplanten en dieren geen licht meer zien en de bodemplanten doodgaan en het leven verdwijnt.
Maar ook op het land zie je steeds meer bramenstruiken en brandnetels, beide stikstof-minnende planten.
Het was 24 juni dat ik ze weer zag. In de tijd dat ik op de IC werkte, had ik ze al eens eerder gezien in de nacht, oplichtende nachtwolken. Echt een wonderlijk fenomeen om te zien, net als zeevonk op het strand en de branding van de zee.
Oplichtende nachtwolken zijn wolken die in de hoogste lagen van de atmosfeer worden gevormd. Ze bestaan uit smalle ijsdeeltjes, al is hun precieze aard een mysterie. De wolken worden gevormd op een hoogte van 82 km boven de zeespiegel en zijn niet zoals de wolken die we dagelijks zien. Er bestaan ook vier verschillende types van oplichtende nachtwolken. Lichtende nachtwolken kan je enkel zien als het voldoende donker is. Meestal zijn ze enkel zichtbaar bij de schemering, wanneer de wolken een zonovergoten deel van de atmosfeer van de Aarde bezetten. De wolken worden dus nooit op klaarlichte dag waargenomen. Daarom is het belangrijk om goed tijdens de schemering te kijken waar de zon is ondergegaan op zo'n 6 tot 16 graden onder de horizon. De oplichtende nachtwolken pieken meestal twee weken na 21 juni. Dat klopt dus.
Dit jaar ( 2021 ) was niet zo een hete zomer als de twee voorgaande jaren. Deze hete zomers zijn een onderdeel van het veranderende klimaat wat door de mens veroorzaakt wordt. Hoe dat werkt, ( waarom de ene zomer veel heter is dan de andere ) bij klimaatverandering, weten we nog niet geheel. Sommige delen van de aarde warmen sneller op dan andere delen. De natuur had echt te lijden onder de twee hete zomers. Er zijn aardig wat bomen die schade hebben opgelopen en welke daardoor verzwakken en een grotere kans hebben op plaagdieren die de bomen het laatste zetje geven. Een voorbeeld zijn de fijnsparren die massaal doodgaan aan een heel klein kevertje wat oprukt door de klimaatverandering, de letterzetter. Een kevertje van 4 a 5 mm ! Deze zomer waren de temperaturen niet zo hoog en viel er best wat regen. Je hoorde een verlichtende zucht door de bossen gaan ( bij wijze van spreken ).
Water, het leven is er uit ontstaan. Hoe belangrijk is zoet water ? Slechts 3 procent van al het water op aarde is zoet, maar daarvan zit weer 70 procent gevangen in sneeuw en ijs en 29 procent als grondwater in de bodem. Minder dan 1 procent van al het zoete water op aarde zit in meren, rivieren en moerassen en daarvan is slechts 1 procent geschikt als drinkwater. Eigenlijk is zoetwater misschien wel net zo kostbaar als al het goud in de wereld. Nederland is waterland. Zeker in het westen van het land zijn veel polders gemaakt, ten koste van het water. Eigenlijk ben ik " geboren " in de polder. Als het water gezond is zie je vaak waterlelies. Ik vind het zo apart dat de bloem altijd zo spierwit is en er vaak geen smetje op zit.
Een grote wolbij met een kluwen "wol" in mijn tuin. Dit wol heeft hij gemaakt van een plantje in mijn tuin, de prikneus. Mestkevers die vechten om een stukje mest, want daar leggen ze hun eitjes is en poep is dus best belangrijk voor ze. Een bruine sprinkhaan zat te krassen in de schoorlse duinen.
Maar de mooiste "ontdekking " was toch wel de beekjuffer. Ik was aan wandelen in Drenthe met Hillie en ik ontdekte de enigste beekjuffer in de verre omtrek. Het is ook de eerste beekjuffer die ik gezien heb in Nederland.
Ook in het Drentse landschap zie je dat de zomer niet al te droog was. Tientallen jaren terug stond hier heide. ( veelal struikheide ).
Maar ook hier zie je wat veel stikstof doet met de natuur. De struikheide is nagenoeg weg en overgenomen door het pijpenstrootje ( een gras soort ).
Stikstof wordt voornamelijk uitgestoten door boeren die aan veeteelt doen. In de stal poepen en plassen de koeien met als gevolg als dat bij elkaar komt er ammoniak ontstaat wat weer uiteenvalt in o.a. stikstof welke neerdaalt op gebieden in de nabijheid van de boerderij. Ook auto's en vrachtverkeer stoten veel stikstof uit, met als gevolg dat de heidevelden veranderen in vlaktes met het pijpenstrootje. Dit is een stikstofminnende gras-soort. Grote heidevelden ( zoals het Fochteloërveen ) veranderen van heidevelden in vlaktes met het pijpenstrootje.
Foto's uit Schoorl, een zeldzaam konijntje en de mooie heidevlaktes.
Heidelucifers ! Soms loop je ze uren te zoeken en ineens zie je een heel stuk met deze mooie korstmos.
Ze zijn anders dan de rode bekerzwammen, die ook rood "bloeien ", maar dan is de rand van de beker rood. Hier zie je alleen rode puntjes, kenmerkend voor heidelucifers.
Je ziet ze vaak op heidevelden en daar waar een stomp van een oude boom nog staat, daar groeien meestal korstmossen op samen met heidelucifers. Je hebt ook "dove heidelucifers " , die zijn zonder de rode puntjes.
In mijn kinderjaren heel vaak in Schoorl geweest, op vakantie met mijn ouders. Een erg mooi gebied met vele dennenbossen en nog een mooier duinlandschap. In de duinen zie je dat de berken een heel andere vorm hebben ( gevormd door de wind en de grillige weersomstandigheden die daar zijn ).
Mijn ouders waren ook wel mensen die van het pad af gingen.
Dat doe ik nu ook best vaak als ik foto's aan nemen ben in de duinen.
Eigenlijk geen goed voorbeeld voor anderen, maar je komt op plaatsen die je anders nooit ziet. En ik heb respect voor de natuur en zal geen dieren laten schrikken of natuur slopen.
Vroeger gingen we ook wel eens bramen plukken in de duinen.
Deze bramen verschillen best veel van de bramen die ik in de bossen vind. Duinbramen zijn kleiner en hebben een mooie blauwe kleur en zijn minder zoet.
De schoorlse bossen en duinen zijn best veel drukker geworden, dus kom er niet vaak meer. Iets noorderlijker ligt het Zwanenwater waar ik wat vaker kom, omdat je moet betalen voor toegang is het wat minder druk. Prachtig om te zien hoe dieren en planten overleven in een best harde leefomgeving. Het is daar warmer ( door reflectie van het zand ) en de wind is daar altijd veel heviger. Ook zakt het water sneller weg door het zand, dan in de zwarte aarde van de bossen.
Parnassia groeit in duin-valleien en heeft zo een mooi bloempje.
Daaronder het hazenpootje, een grassoort die daar ook vaak groeit, met mooie fijne pluimpjes welke lijken op hazenpootjes.
De groene stinkwants zie je eigenlijk overal wel, maar ik blijf het een mooi en raar beestje vinden.
In de dennenbossen vind je ook vaak sterremos en komen al vroeg in de herfst de mosklokjes tussen het mos omhoog. Mooi gevormde kleine paddenstoeltjes.
De kaapse bossen bij Doorn blijft een trekpleister voor mij, omdat er veel paddenstoelen in de bossen groeien. Alleen dit jaar zijn er om één of andere reden minder paddenstoelen te vinden. En dat, terwijl het best een natte herfst is geweest. Maar ook zonder paddenstoelen blijft het een mooi bos om in te wandelen. Het lijkt wel alsof iedereen een hond heeft genomen in de "corona " tijd. Dat is het enige nadeel als je aan fotograferen bent. Stap je niet in de stront, dan wordt je wel lastig gevallen door loslopende honden.
Een Zwavelzwam met mooie zachte overgangen. Daarnaast een vissige melkzwam. Bijzonder een paddenstoeltje wat groeit in de dop van een eikel, had het nog nooit gezien. De gele klodder is heksenboter ( een slijmzwam ) en daarnaast twee porselein zwammen, een paddenstoelensoort die je altijd tegemoet glimt.
De kleine vuurvlinder. Je ziet ze steeds minder en dat is eigenlijk met alle vlinders zo. Het lijkt elk jaar wel minder te worden. Ik heb een vlinderstruik en ik merk ook dat er minder diversiteit is. Deze zomer zag ik voornamelijk atalanta's, dagpauwogen en koolwitjes. Een heel enkele kleine vos en gehakkelde aurelia.
Men zegt ook dat er een 70 % afname is van insecten in het algemeen. Zorgwekkend.
Het wilgenroosje. Soms zie je hele "zeeen " van wilgenroosjes. Als er wat wind staat zie je een paarse zee ziet "golven".
Het is ook een plant die zich op vele terreinen thuis voelt. Een echte pioniersplant. Als er een brand gewoed heeft op een terrein zie je heel vaak dat het wilgenroosje als één van de eerste planten verschijnt.
Ik stond ervan te kijken om daar ineens het oranje-rode zaden te zien van de Aronskelk. De aronskelken hebben een opmerkelijke bloeiwijze. De bloemen leveren geen nectar, maar lokken insecten met een sterke geur en sluiten de insecten vervolgens voor 24 uur op. Als een insect op het omgevende blad of op de rand van de bloem gaat zitten, dan glijdt hij de "val" in, omdat het oppervlakte hiervan is bedekt met een laagje olie waar ook de poten van insecten geen houvast op hebben. De vrouwelijke bloemen geven een druppel kleverige vloeistof af. De insecten die in de bloeiwijze rondkruipen komen hiermee in aanraking. Hierdoor komt het stuifmeel dat deze insecten van een eerder bezoek aan een andere aronskelk hebben overgehouden op de vrouwelijke bloemen terecht, zodat kruisbestuiving tot stand komt. Vervolgens verdwijnt ook de olie aan de binnenzijde van de bloeiwijze en verslappen de uitsteeksels zodat de insecten naar buiten kunnen kruipen. ( wikipedia ).
De gele bloem hieronder lijkt op koolzaad, maar is raapzaad ( familie van elkaar, maar toch een verschil ).
Elke keer als ik dit zie, komt de verwondering nog elke keer naar boven. Dat de natuur zulke mooie dingen heeft gemaakt. Het lijkt een klompje cellen en dat is het ook.
Rossig Buikkussentje - Tubifera ferruginosa. Dit is zo'n bizarre levensvorm …. plasmodiale slijmzwammen kunnen zich bewegen ..en voeden zich met micro-organismen en schimmelsporen. Ze worden gekenmerkt door de vorming van een plasmodium ( eencelligen ).
Het rossig buikkussentje, een eenheid van samengesmolten cellen waarin de oorspronkelijke celkernen aanwezig blijven. Er bevinden zich meer dan 10.000 celkernen in zo'n plasmodium. Ze vertonen zelfs een zeker "intelligent" gedrag. Slijmzwammen behoren niet tot de planten en ook niet tot de schimmels, ook al wordt het een "zwam " genoemd. Na langdurig studeren blijkt het een kolonie van eencellige organismen te zijn, dat zich als een organisme gedraagt en een zekere intelligentie hebben.
Schimmels zijn echt heel oud en waren er al lang voordat de planten ontstonden. Maar onderzoek naar schimmels in de oudheid is zeer lastig, omdat de meeste schimmels van een zachte substanties gemaakt zijn en dus geen fossielen na laten om te kunnen bestuderen. Heel anders dan planten en dieren, die harde, moeilijk te verteren onderdelen bevatten en dus een grotere kans hebben om als fossiel achter te blijven in gesteenten etc. Bomen kunnen onderling communiceren door middel van schimmels in de grond die een heel netwerk in de aarde hebben. Wat ook zo fascinerend is, is de vele verschijningsvormen van schimmels, zowel qua vorm als kleur.
In de foto hieronder zie je ook een symbiose, tussen korstmos ( schimmel ) en algen. Naast de paddenstoel zie je een aantal bekerzwammetjes.
De paddenstoel is een "schubbige fopzwam". Het is nog een "baby ", die nog maar net boven de grond is. ( zo klein is het paddenstoeltje nog ). Ik vind macro-fotografie ook mooi omdat het dingen laat zien die je met normale ogen niet ( goed ) ziet.
We blijven toch bij de schimmels, want dat is een bekermosje eigenlijk. Hij ziet alleen groen omdat er algen bij komen en ze een symbiose hebben. Oftwel, ze werken samen en zijn afhankelijk van elkaar. Op deze foto zie je het kopjesbekermos ( de wat kleinere aan de linker kant ) en in het midden dove heidelucifers. Ik blijf het apart vinden dat zo een levensvorm is ontstaan ! Ze zijn klein, dus meeste mensen zien ze niet eens.
Twee hanekammen. Of eigenlijk cantharellen. Ze worden ook wel dooierzwam genoemd. Het is een eetbare paddenstoel en heeft een peperachtige smaak.
Nu niet gaan denken, als je ze in het bos ziet, dat je ze mag plukken, want dat mag dus niet. Er stond laatst in een krant dat de boswachter een kok aangehouden had met ruim 2 kilo aan eekhoorntjesbrood. De kok dacht ook dat het mocht, maar dat blijkt dus niet zo te zijn. Hij moet voor de rechter komen en de aanklacht is stropen.
De boswachter heeft alle paddenstoelen weer teruggelegd waar de kok ze vandaan had gehaald, zodat de dieren die deze paddenstoelen eten, niet zonder komen te zitten.
Slijmzwammen heb je ( net als bij de paddenstoelen ) in soorten en maten. Deze rode sliertjes bij elkaar is het worstnetwatje. In 2019 vond ik veel slijmzwammen in een deel van het purmerbos. En nog steeds zijn er veel slijmzwammen te vinden, maar niet meer in dat ene deel wat ik in 2019 bezocht. Waarom ze daar nu maar mondjesmaat voorkomen ? Geen idee. Gelukkig is het purmerbos groot en kom je zo ook elders tegen.
Het grijswit kalkkopje. Prachtig gekleurde bolletjes op een steeltje. Ook dit is weer een slijmzwam en deze voedt zich met dood hout. Ze blijven mysterieus, die slijmzwammen. Zo zie je ze, en als je de volgende dag weer op dezelfde plek gaat kijken dan zie je ze niet meer. Dat zou natuurlijk door slakken kunnen komen. Maar sommige soorten "bloeien " maar 1 dag en zijn daarna weg. Of wat ook vaak gebeurt is dat ze zelf overvallen worden door schimmels. Of ze veranderen van vorm, en ook dat kan in 1 dag gebeuren.
Ook deze slijmzwam heb ik gevonden in de donkere delen van het purmerbos. Het gebundeld netpluimpje. Dit is zo een slijmzwam die best snel van vorm en kleur veranderd. Het begint vaak met witte bolletjes die later langgerekt worden en er steeltjes ontstaan. Daarna beginnen de steeltjes te groeien en kleuren de langgerekte witte delen naar rose tot zelfs paars-bruin. Er staat op internet een timelapse opname van deze soort. Als je zin hebt om het over te typen kun je kijken naar dit wonderlijke gebeuren.
https://www.youtube.com/watch?v=B8dl_CuwQhk&t=89s&ab_channel=DanielBrunner
Een roze raspzwam. Als je goed kijkt ( dichtbij, liefst met vergrootglas ) dan zie je dat deze korstzwam allemaal tandjes heeft welke roze van kleur zijn. Afhankelijk van de leeftijd kunnen ze ook geel kleuren. En ze worden omzoomd met een mooie witte rand. Als de raspzwam ouder wordt zie je in de witte rand vaak algen ontstaan.
Ik las trouwens waarom 2019 zo een goed paddenstoel-jaar was, dat kwam omdat rottingsprocessen ( ook in dood hout ) best nog wat warmte produceert en dat de vorst die er in de nachten was, niet zo koud was dat het de schimmels en paddenstoelen liet bevriezen.
Het karmijnrood netwatje is een kleine rode slijmzwam die in groepjes groeit. Hier zitten ze op een dood stuk berkenhout.
De sporenlichamen staan rechtop en dicht naast elkaar in groepjes. Het vruchtlichaam is eivormig of kort cilindrisch. De kleur is scharlaken, wijn- of karmijnrood tot roodbruin en ze zijn 1 tot 3 mm groot. Je moet goede ogen hebben wil je je met slijmzwammen bezig houden. Hier zie je de vruchtlichamen nog vrij compact, dat komt omdat ze nog maar net ontstaan zijn ( ze zijn nog jong ).
Dit zijn dezelfde karmijnrode netwatjes alleen een dag of vier later. Ze zijn nu in een stadium waar de vruchtlichamen pluizig zijn geworden waardoor ze hun sporen kunnen verspreiden ( door de wind ). Vaak groeien ze op een plek waar ze beschut zijn voor de regen. Ik heb ze wel eens roder gezien; ik blijf ze mooi vinden.
Het is en blijft millimeterwerk bij slijmzwammen.
"We" zitten nog steeds in het Purmerbos. Heel af en toe kom je een kunststukje tegen, zoals deze schijfzwam. Het blijkt het Olijfschijfzwammetje te zijn en als ik op internet zoek, blijkt dat dit zwammetje best zeldzaam is in Nederland. Het zwammetje is schotelvormig en donkerolijfgroen vruchtlichaam (Ø 2-10 mm), met glad en kaal oppervlak en soms met fijn gegroefd randje. Aan de rand en onderzijde olijfgeel, ietwat ruw en vaak gegroefd. Dat zie je allemaal op deze foto goed.
Groeit meestal in groepjes op rottend, nat hout van loofbomen (september - november). Zeldzaam in Nederland. Op deze foto zie je een witte laag die de dode stam bedekt, welke ook een schimmel is.
Nog een zeldzaam geval ! Het bosnetje, een korstzwam die je in Nederland niet zoveel ziet, zeldzaam dus.
Het is voor mij ook de eerste keer dat ik zo een mooi wit exemplaar zie. Het is een éénjarige zwam, porien zijn rond tot veelhoekig. Ze groeien aan de onderkant van sterk vermolmde bomen. Ze zijn enkele centimeters tot 1 mm dik en aan de randen zie je een draden die uit de korst lopen. Ze groeien op takken van loofbomen en vaak in vochtige bossen. Dat laatste is het Purmerbos wel, want water wordt slecht doorgegeven door de zware klei.
Ook in de grote bossen komen slijmzwammen voor, maar op één of andere manier veel minder vaak. Deze foto van de spekzwoerdzwam ( buisjeszwam ) is in het Leuvenumse bos genomen. Deze zwam komt veel voor in Nederland en heeft diverse verschijningsvormen qua kleur. Dit is w.s. een wat jonger exemplaar, want als ze wat ouder zijn zien ze vaak meer roze en hebben "stekels " of "tanden ". Ze groeien op dode loofbomen en met name hebben ze een voorkeur voor beuken.
Hoewel ze een naam hebben waarbij je zou denken dat ze eetbaar zijn, zijn ze dat zeker niet !!
De stofzuiger van het bos. Heksenboter ( behoort tot de slijmzwammen). Het kan zijn vorm wijzigen en kan door de kleinste kieren en spleten bewegen op weg naar eten ( algen en micro-organismen ). De naam heeft ze gekregen in de oudheid, omdat mensen toen dachten dat dit rare spul wel gemaakt moest zijn door een heks. In scandinavie dacht men dat het braaksel was van een "trolkat " ( een kat van een heks ). Ook toen al vonden de mensen deze slijmzwam maar een raar schepsel.
Op deze foto kun je zien dat de klomp bestaat uit allemaal kleine cellen. Dit mooie exemplaar had ik gevonden in het Leuvenumse bos.
Boleten, en omvangrijke groep van vlezige paddenstoelen met aan de onderzijde van de hoed gemakkelijk van de hoed te scheiden buisjes en een centrale, soms excentrische steel.
In Nederland komen wel 65 soorten boleten voor. Culinair gezien is het een interessante groep van paddenstoelen met veel eetbare soorten en een aantal van de meest lekkere soorten die er zijn. Raar genoeg heeft de lekkerste van allemaal, Eekhoorntjesbrood, niet boleet in de naam, maar is dat wel.
Geen idee welke boleet dit is ( op de foto ) maar je kan mooi de buisjes-structuur zien. Ook qua vormen zijn ze best verschillend vaak. Ook deze boleet heb ik op de foto genomen in de leuvenumse bossen.
We zijn weer terug in het Purmerbos. In het donkere gedeelte van het purmerbos vond ik oranje stompjes met witte spikkels. Ik kon het niet thuis brengen wat het nu was. Het was een paddenstoel, maar welke ? Ze waren ook nog erg klein. Na een paar dagen weer gaan kijken en nu waren ze een stuk groter en misschien wat meer herkenbaar voor mensen op twitter om ze een naam te geven. Het bleek een zeldzame paddenstoel te zijn, de goudvlies bundelzwam. Een maand later kwam ik nog een groepje tegen op een plek die wel een kilometer verder was. Maar ze schijnen het purmerbos "lekker" te vinden.
De peksteel is een aparte paddenstoel vind ikzelf. Het is voor het eerst dat ik ze zie in het purmerbos. En het wemelt ervan ineens. Zouden sommige paddenstoelen niet elk
jaar "bloeien " ? Want dat is waar we naar kijken en de meeste mensen niet beseffen. De paddenstoel is de bloem van de schimmels die in de grond leven. En om zich voort te kunnen planten gaan ze paddenstoelen vormen die op hun beurt weer sporen ( zaadjes ) kunnen verspreiden. De hoed is glad en dun, heeft een diepbruine kleur als ze volgroeid zijn. Ook heeft de hoed een golvend karakter en is best dun qua dikte. Onderaan de hoed zitten buisjes en zie je vaak druppels door guttatie zitten ( hangen ). Guttatie is het teveel aan water wat men weer "uitzweet" in de vorm van druppels. Deze peksteel zit een beetje een trechterzwam na te doen lijkt het, maar ik had hem door !
Het peervormig draadwatje, alweer zo een bijzondere slijmzwam. Ook deze slijmzwam zie je vaak aan de onderkant van dode stammen van loofbomen. Want slijmzwammen houden van nat en donker. Op deze foto zijn ze nog jong en hebben de kleur wit. Maar naarmate ze ouder worden kleuren ze naar roze tot oranje.
En de maanden daarna lijken ze uit te drogen en zie je een soort van pruikje op een steeltje. In de draden van dat pruikje zitten de sporen die door de wind verspreid kunnen worden.
Op de blz hiernaast, li boven het gele hoorntje, familie van de trilzwammen. Daarnaast zie je hoe sterk schimmels kunnen zijn, zelfs op verbrand hout komen de glimmer-inktzwammetjes op. Li onder zie je een heleboel zwerm-intzwammetjes. Waarom ze die naam gekregen hebben zie je vanzelf eigenlijk. En re onder staan twee grauw groene hertenzwammen te pronken ( geen hert te bekennen in het purmerbos ). Op de grote foto hieronder alweer een juweeltje van de slijmzwammen, het gebundeld netpluimpje. De witte vorm is wat jonger en de roze vorm al wat ouder. Maar na een dag, soms 2 dagen zijn ze veranderd in donkerbruine sprietjes. Het lijken net wimpers.
Soms zijn ze wat meer doorzichtig en het lijkt dan net alsof ze van glas zijn, glas op een steeltje.
Gewoon wimperzwammtje, zo heet dit kleine bekerzwammetje. Je ziet ze steeds meer in het purmerbos. Meestal zijn ze oranjebruin en zijn ze 5 tot 10 mm in grootte.
Aan de randen zie je dat de "beker " omzoomt is met donkerbruin tot zwarte "wimpers". Noem ze maar "gewoon " , ik vind ze echt mooi om te zien ! Je ziet ze eigenlijk alleen op al sterk vermolmt en nat hout groeien. Aangezien het purmerbos op kleigrond staat, welke erg slecht water doorlaat is de kans groot dat je ze hier treft.
Zilveren schijnpluimpjes. Tenminste, dat zegt een app op mijn mobiele telefoon. Maar de determinatie (* naamgeving ) is onzeker. Als het zilveren schijnpluimpjes zijn, dan zijn ze nog heel jong. Net als de andere witte slijmzwammen kleuren ze als ze ouder worden naar roze tot zelfs rood. En de steeltjes die nu wit zijn worden zwart en dunner. Veel van de slijmzwammen moet je eigenlijk onder de microscoop leggen voor determinatie. Maar dat is echt voor specialisten. Wit is ontzettend lastig vast te leggen op de foto, vaak overstraalt het wit en zie je de details minder goed. Een foefje is het onderwerp wat onder te belichten, maar dan raak je weer de details kwijt.
Naarmate je ouder wordt ga je de wereld anders zien. Tenminste, zo werkt het bij mij. Ik neem niet al het leven zomaar aan of het gegeven dat de natuur er altijd al was. Het is ooit in een proces van miljoenen jaren ontstaan. Er vormden zich chemische verbindingen die het ontstaan van leven mogelijk maken ( denk aan aminozuren ). Van bacterien tot de wereld die we nu kennen, te bizar voor woorden eigenlijk als je om je heen kijkt en al het leven aanschouwt. Wat is de drijvende kracht achter het leven ?
De foto hierboven, een foto van de wandelende bomen in het Leuvenumse bos. Natuurlijk kunnen de dennen niet wandelen, maar door wind en regen is het zand tussen de wortels weggespoeld en lijken de dennen aan de wandel te zijn. Het zijn trouwens prachtige bossen, de leuvenumse bossen. De foto's aan de rechterkant... het bos ontwaakt in het zonlicht.
De Amsterdamse waterleidingsduinen, een prachtgebied om te wandelen en foto's te maken. Enige nadeel is dat het best heel druk kan zijn in dit stukje natuur. Je ziet hier vele damherten en andere dieren, zoals eekhoorntjes. Op de vorige bladzijde zie je dat ik hier was, toen het erg mistig was. Dat schepte een betoverend mooi landschap, je kan in de foto-bewerking echt schilderen met licht. Het zijn mijn eigen creaties... je kunt ze mooi vinden of niet. Zelf vind ik ze goed gelukt. Het geeft het mysterieuze gevoel weer van het bos in de mist.
Het lukt mij steeds minder goed om heel vroeg mijn bed uit te gaan. De jaren voorheen stond ik rustig zonder moeite om 3 uur op om daarna naar het wad te rijden voor foto's van de zons-opkomst. In de herfst is de zon gelukkig minder vroeg op. Maar het mistte deze ochtend zo erg, dat ik twijfelde om op pad te gaan. Gelukkig ben ik wel gegaan en werd de mist al wat minder in de bossen en zelf het zonnetje kwam door later op de ochtend. Foto's met mist in de bossen vind ik juist mooi omdat je meer subtiele tekening ziet van de andere bomen, en de mist de foto ook minder druk maakt en het accent meer op de voorgrond komt te liggen.
Zoals ik al zei, zorgt mist ervoor dat je een andere blik krijgt op bomen bijvoorbeeld. Zeker als je heel veel bomen in één vlak hebt. Zonder mist zou het niets aan zijn, maar met mist zie de stammen van de bomen steeds meer vervagen. ( wat ik mooi vind ). Dit zijn denk ik allemaal jonge ratelpopulieren. Als de wind door de bladeren gaat, bewegen de kartelrandjes van de bladeren tegen elkaar, waardoor ze met de minste wind al gaan ritselen.
Een heel ander bos en verschijning ten opzichte van de vorige foto. Dit is een naaldbos van de grove den. Dat kun je zien aan de grotere schubben die deze bomen hebben als bast. En wat ook opvallend is dat de den overal uitlopertjes heeft van zijn vroegere takken ( die nu dood gegaan zijn tijdens het groeiproces ).
Dat zie je hier niet op de foto, maar dennen groeien op een wat hogere bodem dan de populieren. Populieren houden van natte voeten, dennen juist niet.
Een heel ander bos en verschijning ten opzichte van de vorige foto. Dit is een naaldbos van de grove den. Dat kun je zien aan de grotere schubben die deze bomen hebben als bast. En wat ook opvallend is dat de den overal uitlopertjes heeft van zijn vroegere takken ( die nu dood gegaan zijn tijdens het groeiproces ).
Dat zie je hier niet op de foto, maar dennen groeien op een wat hogere bodem dan de populieren. Populieren houden van natte voeten, dennen juist niet.
Judasoren die wat verdroogt zijn en daarom op "oude mannetjes lijken van het bos". Als ze vers zijn ( zonder rimpels ) dan lijken ze wat op een oor. En 'Judas' verwijst naar de verrader van Jezus, die zich uit schuldgevoel zou verhangen hebben aan een Vlier. Ik zie judasoren alleen op vlierstruiken vegeteren. Weer zo een echte specialist ! Ze kunnen redelijk hard worden als ze verdrogen. Maar als het daarna weer vochtig wordt door regen, dan zwellen ze weer op en krijgen ze hun gladde huidje weer terug.
Ik denk dat vele mensen die in de AWD komen dit huisje wel zullen herkennen. Wat het nu is, weet ik nog steeds niet. Ik denk dat het een soort gemaal of pomp is, want het is aan een sloot gelegen. Niet voor niets worden dit de Amsterdamse waterleidingduinen genoemd ( AWD). Hier wordt oa drinkwater gewonnen, nadat het eerst door het zand van de duinen gefilterd is. Mist maakt de kleuren alsof het met pastel getekend is.
Ik was dus 8 oktober in de Amsterdamse waterleidingduinen en had eigenlijk veel herfstkleuren verwacht. Er waren wel wat herfstkleuren, maar het meeste zag helaas nog groen. Hier zie je wel een beetje geel en rood-oranje kleuren, maar het kan nog veel mooier. Ook in andere bossen zag ik hetzelfde en een paar dagen later werd het ook benoemd door een "weerman " op televisie. Omdat het toch ( ondanks dat we best de herfst-koude voelen ) is het nog te warm geweest om de bomen te laten kleuren ( door klimaatverandering ).
Dit plooirokje stond de dansen in de wind. Plooirokjes zijn hele tere paddenstoeltjes en ze lijken erg op hazenpootjes. Alsof ze van doorzichtig glas gemaakt zijn. Ze zijn zo licht dat het lastig is een bepaalde foto-techniek te gebruiken ( focusstacking ), want het kleinste zuchtje wind laat haar al heen en weer dansen. Maar deze foto is toch redelijk gelukt. Bij focusstacking maak je veel foto's achter elkaar met elk een ander scherpstelpunt en later voeg je alle foto's weer bij elkaar tot één scherpe foto.
Dat heeft deze paddenstoel op de foto niet, dus hou ik het op een plooirokje. Hazenpootjes zijn nog teerder. We hadden een keer wat exemplaren gespot en toen we in dezelfde ochtend er weer voorbij liepen, lag er alleen nog zwarte drab ( de sporen ), zo snel kan het gaan.
Ik plaats af en toe foto's op twitter, zo ook met de paddenstoel hierboven, die een andere paddenstoel "kust " . Een besmettelijk kus had ik erbij geschreven. De foto werd 17.000 maal bekeken en iemand opperde "de foto van de dag". Apart, ik plaats vind ik zelf wel mooiere foto's, maar die hebben niet het succes als deze foto.
Zie hoe vochtig bepaalde stukken bos kunnen zijn ! Dit dennetje is dood, zijn takken zijn overal bezet met groene alg. Een slimme manier van de alg om toch nog redelijk wat licht te ontvangen voor zijn fotosynthese. Het bos is zo vochtig dat hij geen moeite hoeft te doen voor water.
Geen idee in welk blad ik dit gelezen had, maar ik ben naar de Hilverbeekse buitenplaats geweest. Het ligt dicht tegen de s Gravelandse buitenplaatsen aan, en lijkt er ook op, maar in dit bos ( park ? ) zijn meer watertjes aanwezig. Het was er ook wat rustiger qua honden. Ook hier weinig herfst te zien, heel veel bomen nog gewoon in het groen. De ochtend dat ik er was, was het best koud, tegen het vriespunt aan denk ik. Dus de herfst staat voor de deur zou je zeggen.
Ook hier waren er redelijk wat paddenstoelen. Deze paddenstoeltjes op de foto waren nog heel klein. Het blijken oranje oesterzwammen te zijn. Ze beginnen dus heel klein en lijken dan nog een beetje op oorzwametjes. Wat ze kenmerkt is de witte bedekking van de hoed en de oranje lamellen. Ze zijn eetbaar, maar ik heb ze laten staan.
Het was de eerste keer dat ik deze paddenstoel zag en lijken eigenlijk helemaal niet op een gewone oesterzwam. het zijn ook zeldzame paddenstoelen die in 2007 voor het eerst werden aangetroffen en heel langzaam zijn opmars maakt in Nederland.
Hier zie je hoe groen de beuken nog zijn. Het bos bij Hilverbeekse buitenplaats is niet groot, maar met al de watertjes wel heel erg mooi. Eigenlijk moet ik er nog een keer naar terug, het is nu begin november, dus zullen er vast wel herfstkleuren zijn nu. Ik ga meestal vroeg in de ochtend naar de bossen, omdat het dan nog heerlijk rustig is.
De diarree is minder geworden sinds ik opiaten gebruik tegen de pijn. Maar sinds kort heb ik bijna contante aandrang om te plassen ( door blaasstenen en verdikte prostaat ). Net als een hond, moet ik dus vaak een boompje opzoeken en dat is in de vroege ochtend wat makkelijker dan als het wat drukker is op de dag.
Vlakbij ligt het Spanderswoud. Je moet dan een stuk oversteken met weilanden. Ik kwam dit pad naast een onverharde weg tegen en zag ook dat hier best veel paarden worden gehouden, dus ik denk dat dit een spoor is waar men met het paard loopt. Het is helemaal uitgesleten en vol met oude roestbruine bladeren van de eiken waartussen ze moeten slalommen. Ik ben een stukje in het Spanderswoud geweest, maar zag daar niet veel paddenstoelen en ben toen al snel teruggegaan naar Hilverbeek.
Het lijken net schuimpjes. Maar het is de vriend van het oorzwammetje en heet "plooivlieswaaiertje ".
Ze groeien heel vaak op dode berkenstammen. Het Plooivlieswaaiertje werd voor het eerst met zekerheid in 1989 in Nederland gevonden. Sindsdien is het hard gegaan met zijn toename en is er nog steeds geen eind aan zijn opmars te bespeuren. Het blijkt een soort te zijn van het gehele noordelijk halfrond. Hij is niet zozeer bekend in de zuidelijke regionen. Misschien heeft zijn opmars te maken met de klimaatverandering ?
Het is echt een mooi stukje natuur daar. Ik ben benieuwd hoe het er een maand later uitziet, dus ik ga zeker terug ! Alleen jammer dat eventuele nieuwe foto's niet meer in dit fotoboek komen, want voor 12 november moet het klaar zijn ( vanwege een actie ). De foto's van landschappen en bossen in Hilverbeek heb ik op een speciale manier bewerkt, waardoor het wat minder hard in beeld komt. De bewerkingen geven de takken met bladeren een fijnere structuur *( een geheim recept :) ).
En we zijn weer terug in het purmerbos. Naast de jacht op slijmzwammen, kom ik nu ook mooie bijzondere paddenstoelen tegen zoals de pronkhertenzwam.
Een aantal bladzijden terug hadden we ook al een hertenzwam, maar de herten zelf zijn niet te vinden in het purmerbos. Deze paddenstoel zie ik ook voor het eerst. Aparte gevlekte hoed en de donkere rand. Hij stond ook mooi te pronken op een grote dode boomstam. Eindelijk een paddenstoel waar geen slakkenvraat zichtbaar is.
Lila satijnvezelkop. Best een klein paddenstoeltje, maar ze valt op door de lila kleur. Ook dit paddenstoeltje de andere jaren niet gezien in het purmerbos en nu staat het er vol mee. Het schijnt een uiterst giftige paddenstoel te zijn, ze bevatten muscarine. Als je de paddenstoel opeet dan begin je in een half uurtje al te zweten en te speekselen. Later zie je ademhalingsmoeilijkheden, hevige pijn in de onderbuik met misselijkheid en diarree. Als je deze gevolgen overleeft ben je na 24 uur weer helemaal oke.
Apart,, in zo een klein paddenstoeltje. In het bos zie je ook dat ze allemaal gaaf zijn, dus ook dieren wagen het niet om ervan te eten.
In het begin toen ik deze zwam zag, dacht ik dat het een koraalzwam was, maar dat was echter niet juist. Het is kroontjesknotszwam. Bleek vleeskleurig tot geelbruin, koraalachtig vruchtlichaam (4-10 cm hoog), met vertakkingen als van een kandelaar. De top van de takeinden bekervormig met getande rand, lijkend op een kroontje. Dat is de omschrijving. Maar deze ziet wit ( helaas ) en is zeker wel 15 cm hoog. Ik had hem nog nooit gezien en eigenlijk zag ik later wel dat hij anders was dan de rechte koraalzwam.
Deze foto is "te "vroeg om deze slijmzwam een naam te geven al. Je ziet dat hij van zijn plasmoidale stadium overgaat in bolletjes ( sporen stadium ). Slijmzwammen hebben een overleveringsstrategie ontwikkeld, want ze zijn sterk afhankelijk van vocht en temperatuur. Is het plasmodium ontwikkeld, maar het weer slaat om en het wordt te droog, dan trekt het plasmodium samen tot een sclerotium. Dit is een soort overlevingsorgaan dat reservevoedsel bevat, en dat zich verbergt in bijvoorbeeld spleetjes in hout en schors.
Hier heeft de natuur weer een kunststukje van gemaakt. Streepsteel mycena's. Neigen naar het witte toe, wat lastig op de foto te zetten is.
Gelukkig kun je in de hoed nog wat strepen ontdekken. Deze foto is maar een deel van een boomstronk welke echt vol zat met streepsteelmycena's. Het mycelium van de streepsteelmycena kan licht verspreiden, en deze bioluminescentie vertoont een 24-uurs ritme. Het licht is echter aanzienlijk minder sterk dan het licht van honingzwammen of de lantaarnzwam. Maar ik ga er mijn bed niet voor uit om dit fenomeen te zien :)
De oranjeaderzwam zie je best veel. Hij groeit op dood loofhout en veroorzaakt witrot. Ik vind hem vooral mooi als hij van die oranje randen heeft, wat sterker naar voren komt eind herfst en de winter. De foto hiernaast zie je bloedsteelmycena. Ook best een veelvoorkomende paddenstoel in vochtige bossen. Op deze foto was ik op zoek naar slijmzwammen en daarvoor moet je vaak de boom omdraaien, vandaar dat ik tot deze foto kwam. Weer eens wat anders dan alleen maar van bovenaf.
Weer zo een giftige paddenstoel uit het purmerbos, de witte satijnvezelkop. Het schijnt een algemene paddenstoel te zijn, maar voor mij de 1e keer dat ik hem zie.
Wat het meeste opvalt als de paddenstoel nog jong is, is de spierwitte hoed, waar je de vezeltjes goed kan zien lopen en zijn puntje op de hoed zelf. Het lijkt zo net een tepel. Wat ik van internet begrijp is, dat hij een geur heeft die op sperma lijkt. Ik heb niet geroken aan de paddenstoel.
Ik vroeg, "wie wil er op de foto !? " Ze gingen allemaal gelijk in het gelid staan ! :)
Een groepje bloedsteelmycena.
Een reden waarom ik ook vaak in het purmerbos fotografeer is omdat ik door diverse ziektes lange stukken rijden en lange wandelingen er vaak niet meer in zetten voor mij. Ik heb ook tegen de huisarts gezegd dat ik geen opname meer wil in een ziekenhuis. En dat als er iets mocht er gebeuren ( zoals een bloedvergiftiging als een niersteen vastloopt in de urinewegen ) dat hij dan alleen de klachten behandeld zoals pijn en benauwdheid. Na 20 jaar ziekzijn en het feit dat er elke keer weer dingen bij komen en ik dus langzaam gesloopt word, dat wil ik niet meer. Pijn en andere klachten heeft mij de laatste 5 jaar erg veranderd, ik ben niet meer de "Teun " die ik was.
Gelukkig hou ik van macro-fotografie en is het purmerbos qua paddenstoelen best een mooi bos. Het bos zelf is saai, want het is aangelegd als productie-bos ( voor het hout ) met snel groeiende bomen zoals populieren. Het zijn vaak ook best rechte kavels en heel veel variatie is er niet in het bos. Maar net als in flevoland groeit dit bos op kleigrond wat het bos nat houd en een goede voedingsbodem is voor diverse paddenstoelen / schimmels. De bloedsteelmycena komt de laatste jaren steeds meer voor en ik vind het een fotogenieke paddenstoel die een mooi bruin-rode kleuren heeft. De foto onder deze tekst zijn een stelletje heel erg jonge fluweelpootjes denk ik.
Ook zo een mooie paddenstoel die uitbundig op bepaalde loof bomen groeit. Mooi om ze eens zo jong op de foto te zetten. "nog maar net uit het ei " .
Eind september was een periode met vaak mist in de ochtend. Een teken dat de herfst er aankomt. Omdat de lucht kouder wordt en het land nog de warmte heeft vastgehouden van de zomer zie je hele vaak mist ontstaan. In de polders rond Purmerend vaak grondmist. Op een ochtend heb ik een rondje gemaakt op de fiets en 2 fototoestellen mee met statief. Zoals te zien, was het een mooie ochtend. Dit is een foto van een kerk in Ilpendam.
Een eindje verderop heb je een polder welke ze varkensland noemen. Heb op internet gezocht waarom dit polderland nou de naam varkensland heeft. De naam Varkensland is bij toeval ontstaan, omdat iemand ooit eens had geroepen dat het land zo slecht was dat je er zelfs geen varkens kon houden. Jammer voor de varkens, maar juist mooi voor de weidevogels. Het land is erg nat idd en er groeit veel mattenbies. Een familie-lid van gras, maar met dikkere stengels, vroeger vaak gebruikt voor vlechtwerk van stoelen en manden. Volgens mij lust vee geen bies, want je ziet het altijd staan, zelfs als er koeien op het stukje land grazen.
Rond Purmerend heb je vele polders welke drooggemalen zijn door dhr Leeghwater en consorten. Zo is veel boerenland ontstaan en de vele ringvaarten waarin eventueel overtollig water in gepompt kan worden door gemalen. Op de ringdijken zijn ook vaak fietspaden te vinden die veel gebruikt worden door oa wielrenners. Uitnodigend om eens een silhouet foto te maken met het kenmerkende riet op de achtergrond.
Toch tussendoor weer naar Hilverbeek geweest. Een mooi klein bos met vele watertjes en ik wilde het zien als het al wat verder zou zijn in de herfst.
Eigenlijk moet je er zijn met een zonnetje erbij, maar dat heb je niet zelf in de hand. Deze dag van de foto was het grijs en miezerig weer, dus weinig contrasten in de foto's. Maar deze mocht er zijn.
Streepsteel mycena. Een paddenstoeltje wat je zomaar over het hoofd zou zien. Beetje grijs met witte lijntjes op zijn hoed. Het is een kleine paddenstoel (hoeddiameter 2 tot 4 cm) die in kleine groepjes bijeen groeit op dode boomstammen.
De spekzwoerdzwam, ik blijf het één van de mooiste buisjeszwammen vinden. Zelf zou ik denken dat het tot de korstwammen gerekend zou worden. Maar ik kan beter het internet volgen, want die zullen wel gelijk hebben. De spekzwoerdzwam heeft vele vormen, ik heb al een foto eerder in dit boek geplaatst die totaal niet op deze foto lijkt.
Elke keer komen ik toch vaak weer bij de schimmels en zwammen uit met fotoboeken. Ik vind de wereld van schimmels ( met name paddenstoelen, slijmzwammen en korstzwammen ) een ongelofelijk mooie wereld. En dan te weten dat schimmels er al waren voordat de planten ontstonden. Dat is echt heel lang geleden.
En dat er zoveel schimmels zijn in diverse verschijningsvormen. Nu is dat in het plantenrijk ook, maar daar kan ik mij nog iets bij voorstellen. Die moeten vaak insecten aantrekken voor hun voortplanting ( zaad vorming ). Dus de plant maakt de bloem en kleur aantrekkelijk voor insecten. En qua bladvorm kan ik mij voorstellen dat een bepaalde vorm van het blad een voordeel heeft als je tussen concurrenten staat, puur alleen om meer licht op te vangen. Maar bij paddenstoelen zie ik die voordelen niet en snap dus niet waarom een vliegenzwam een rode hoed met witte stippen heeft. Hij hoeft geen insecten aan te trekken, want voortplanting gebeurt middels sporen die door de wind verder vervoerd worden. En als waarschuwing, dat de paddenstoel giftig, dat zou nog kunnen. Maar een groene knol-amaniet is nog giftiger en heeft een onopvallende witte tot gele kleur. Ik las een onderzoek, dat des te kouder de omgeving is, des te donkerder de paddenstoel is. En dat heeft te maken dat de donkere paddenstoelen meer opwarmen dan lichtere soorten ( zwart neemt sneller warmte op dan wit ). Dus paddenstoelen nabij de polen zijn donkerder en in warmere gebieden zie je meer lichtere soorten. In het onderzoek stond ook dat het verschil in kleuren, zoals ik eerder schreef ook nu nog tot een groot mysterie is. Misschien is het toch echt aantrekken van dieren om te eten ? Want dat veel dieren van de paddenstoelen eten is ook aan de paddenstoelen zelf te zien. Ook heel veel slakken eten paddenstoelen. Geur is zeker een truc van sommige paddenstoelen, zoals de grote stinkzwam. Die verspreid een geur van verrotting en trekt vliegen aan die op deze zwam gaan zitten en ervan eten. De smurrie op de hoed zijn allemaal sporen en als de vlieg weer op een andere plek komt, verspreid hij automatisch de sporen.
Suikermycena, één van de kleinste paddenstoeltjes van bossen en parken. Groeit op hout en schors van vele loofbomen. De naam dankt hij aan de "poedersuiker " ( wat er op lijkt ) die hij op zijn hoed heeft. De hoed is vaak ook "klokvormig " zoals hier op de foto goed te zien is. Op deze foto is te zien dat de hoed op diverse plekken wat loslaat en een soort franje geeft. Eigenlijk de 1e keer dat ik dat bij deze soort zie.
Een groen stukje bos nabij Hilverbeekse buitenplaats. Nog steeds eigenlijk te groen voor het moment in het jaar , half november. Een klein mooi bos.
Dit soort bossen zijn er eigenlijk te weinig in Nederland. In het oosten van het land zie je ze meer, zoals in het natuurgebied Mariendaal. Mooie statige beukenbossen.
Hilverbeek heeft vele mooie watertjes en plasjes. Maar dit slootje was het mooist. Mooie natuurlijke oevers met op de grond een laag oude beukenbladeren.
Hier zie je wel wat spiegeling in het water. Als het wat meer zonnig was geweest was het nog mooier geweest. Hier zie je het bos wel wat minder groen worden en de bomen wat minder in het blad zitten.
Een glimmer inktzwammetje zomaar alleen. Want meestal staan ze in kleine en soms grotere groepen bij elkaar. De eerste keer toen ik dit zwammetje zag, leek het net alsof ze bestrooid waren met poedersuiker. Als ze jong zijn zijn ze eigenlijk het mooist. Want zoals de naam al zegt, ze behoort tot de inktzwammen, dus als ze ouder wordt gaat de hoed vervloeien.
Zoals ik hiernaast ook al vertelde.... de glimmerinktzwam is uiteindelijk een echte inktzwam. Op deze foto zie je de veel oudere exmplaren. Dat verouderen kan snel gaan, want ik denk dat deze een dag of 3 oud zijn en de randen beginnen al te vervloeien. Uiteindelijk komt er zwarte drab vanaf, dat zijn sporen en die verspreiden zich over de grond.
Ik heb een app op mijn iphone welke dieren en planten, maar ook paddenstoelen kan herkennen. Maar dat laatste kan de app (Obsindentify ) nog niet zo goed.
De app zegt dat dit een Oesterwam is. Snap niet zo goed hoe hij een dubbele paddenstoel kan herkennen, maar ik geloof dat hij gelijk heeft. De oesterzwam is een bekende eetbare zwam. Ik zou hem uit het bos niet zomaar meenemen om te eten. In de winkel kun je ze tegenwoordig genoeg krijgen.
Het blijven mooie zwammetjes, de amatistzwam. Ook dit is een eetbare paddenstoel en wordt ook wel de rodekoolzwam genoemd. Op internet zeggen ze dat je alleen de hoeden moet eten. ( ws is de steel te taai/ vezelig ). Je ziet ze heel vaak onder beuken groeien, waar ze een symbiotische relatie mee hebben. Zelf vind ik de kleur vaak mooi, al kan die sterk wisselen, van bleek tot mooi paars zoals op deze foto.
Soms zie je rare situaties. Zoals hier, een mycena soort ( paddenstoel ) lijkt vastgeklemd te zitten tussen de "kiezen " van de geweizwammetjes.
Tenminste, ik vind dat de geweizwammetjes op kiezen lijken ( degene die samengesmolten zijn waardoor het kiezen lijken met twee wortelpunten. Ik denk dat de paddenstoel gewoon door de te lange steel omgevallen is terwijl daar net toevallig geweizwammetjes groeiden ( die samengesmolten waren ).
De kurkstrookzwam ( foto boven li en re ) behoort tot de familie van buisjeszwammen. Zelf zou ik hem gezocht hebben in de korstzwammen, want hij is vaak te vinden op naaldbomen en hangt daar aan de bast van de boom. Op de foto kun je ook de dennen- / sparrennaalden zien. Op de foto Li onder zie je de gele trilzwam, die best wel vaak te zien is in loofbossen en hij valt van verre al op door zijn fel gele kleur. Re onder zie je boomwratten, welke slijmzwammen zijn. Als ze jong zijn hebben ze een wat roze kleur en als ze ouder worden, worden ze zwart. De zwarte boomwratten vallen niet vaak op, terwijl regelmatig de hele stam vol zit.
Vroeger toen ik jong was en vaak in de bossen kwam op vakantie met mijn ouders, zag het bos er altijd spik en span uit. Men haalde dode bomen die in het bos lagen of bomen zie afgezaagd werden weg. Geloof dat de reden was, dat het ongediertje aan zou trekken zoals kevertjes als de letterzetter en boktorren.
Maar nadat men meer studie deed zag je dat een verkeerde aanname was en dat je beter het hout kon laten liggen, wat biodiversiteit gunstig beinvloed.
Dood hout is de levensbron voor vele dieren en schimmels. Schimmels kunnen zich voortplanten als ze genoeg voeding hebben en daarvoor zijn dode bomen een belangrijke schakel in.
Maar ook voor dieren is het vaak een schuilplaats. Til maar een een stuk dode boomstam op en je ziet vele pissenbedders/ duizendpoten en ander leven weg spurten. En voor het visuele, het geeft een bos een mooier aanzien ! Dus.... laten leggen die dode stammen en takken !
Ik vergeet helemaal mijn ontdekking in het boek op te nemen.De rode boleet. Ik had hem nog nooit gezien en hij groeit zomaar in het purmerbos. Je hebt ook een wijnrode boleet, maar die groeit meer op wat drogere gronden en het purmerbos is door de klei is een echt "nat " bos.
Misschien slaat de rode boleet soms een paar jaar over of heb ik hem gewoon al die jaren over het hoofd gezien.
Nog een keer een foto van een mooi watertje in het bos van Hilverbeek. Misschien hebben ze dat in het oosten van het land ook, maar het zou ook kunnen dat dit het waterrijkste bos is voor beukenbossen. Zoals bij Mariendaal, loopt er maar één watertje door. De Leuvenumse bossen ook zo, daar loopt één beekje doorheen, terwijl je bij Hilverbeek wel 5 a 6 watertjes heeft.
Het is gewoon mooier ( niet makkelijker ) fotograferen met watertjes erbij.
De horizon vanaf de jaagweg nabij de Mc Donalds. Als er mist voorspeld wordt, dan zie je vaak het eerste op deze plek. Redelijk vlak bij mijn huis, dus wat makkelijker om foto's te nemen van het krieken van de dag. Gelukkig is de zonsopkomst in de herfst op een schappelijke tijd, want door ziekte lukt het mij eigenlijk bijna niet meer om er vroeg uit te gaan. Al 20 jaar een langzaam groeiende tumor. Een mooi gegeven denk je, een langzaam groeiende tumor. En inderdaad, ondanks heel veel klachten ( mega diarree en heel veel niersteenkolieken met sepsis)gingen de eerste 10 jaar goed. Ik kon nog blijven werken in mijn geliefde vak (IC verpleegkunde ) ook. Maar na 10-12 jaar kreeg ik steeds meer buikpijn met afwijkingen op de CT. Ondanks heel hard proberen wilde niemand mij opereren. Nadat het werk ook steeds minder goed ging en ik steeds meer pijnmedicatie nodig had heb ik een suicide poging gedaan, welke jammer genoeg niet lukte. Na een paar jaar de officiele weg gevolgd om euthanasie te krijgen bij de levenseinde kliniek. Maar ik kwam niet in aanmerking voor euthanasie, omdat er nog een optie was ( operatie ! ). Nu ik niet meer wilde ( omdat het proces inmiddels ook hoger in mijn dikkedarm zat ) en dood wilde, kon er ineens wel geopereerd worden. Hoe gruwelijk ga je met mensen om ?!! Hoe vaak moet je je nog in de steek gelaten voelen ? De jaren daarna waren geen pretje, want kreeg nog diabetes erbij en blaas- en speekselstenen, en de pijnklachten worden steeds erger. Elke keer meer medicijnen. Vaak momenten gehad dat ik dacht om er uit te stappen. In het uiten ervan ben ik wel steeds eerlijker geworden. Daar kunnen mensen niet altijd tegen, wat ik mij kan voorstellen. De methode om er uit te stappen is ook iets wat voor mij net een stapje moeilijker is. Ik word steeds meer moe en ga er ook minder op uit. De laatste maanden plaste ik weer gruis uit ( kleine steentjes ), en kreeg ook vaker pijn in linker nier. Plassen gaat op dit moment hee slecht en ik wil geen gerotzooi meer aan mijn lichaam, dus geen catheter etc. Ik geloof oprecht dat dit mijn laatste fotoboek is.
Een porseleinzwam. Toch één van de mooiere paddenstoelen in het bos vind ik. Nogmaals, het zijn eigenlijk de bloemen waarnaar wij kijken. Bloemen van een zwam, wat er in de aarde als een netwerk van witte draden uitziet. In de bodem kun je alleen middels DNA onderzoek doen om de schimmels te identificeren die we in de vorm van paddestoelen zelden zien. In 2011 is bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van schimmel-DNA in bodemmonsters uit de Nederlandse duinen. Dit DNA werd vergeleken met het DNA van bekende paddestoelen. Daaruit bleek dat er in de duinen vele soorten schimmels voorkomen, die nooit in de vorm van een paddenstoel zijn aangetroffen. Soorten waarvan men dacht dat ze alleen in de Alpen voorkomen, bleken ook in de Nederlandse bodem te zitten. In acht gram aarde werden meer dan duizend verschillende soorten schimmels aangetroffen. DNA-onderzoek heeft daarmee nieuw licht geworpen op de enorme soortenrijkdom in duingebieden ( niet alleen in duingebieden natuurlijk ,maar in de bossen ook ! ). Kun je nagaan hoeveel schimmelsoorten er zijn en hoe groot het rijk der schimmels is !
De porseleinzwam hiernaast en dit muizenstaartzwammetje zijn genomen in de kaapse bossen nabij Doorn toen ik aan wandelen was met mijn dochter, Marloes. Muizenstaartzwammetjes groeien op kegels van naaldbomen.
Som liggen er kegels half onder de grond en lijken ze uit het mos te komen, maar dat is niet zo. Ze groeien echt op de kegels. Dus we hebben hier te maken met een specialist, die alleen dennenappels "opruimt " . Dat vind ik zo mooi van de natuur.....dat vele zwammen echt gespecialiseerd zijn.
Tijdens die wandeling vond ik onder een boomstam dit paddenstoeltje onder een boomstam. Echt heel apart, dit paddenstoeltje groeit dus op een dop ( kapje ) van een eikel. Dit heb ik nog nooit gezien. Ik kon de naam niet vinden op internet en vroeg hulp via twitter en iemand kwam met de "vissige melkzwam " .
Daar lijkt het wel op, maar eigenlijk had ik moeten ruiken aan de paddenstoel, want het schijnt een opmerkelijke geur te hebben, ze ruikt naar gerookte haring ! :)
De app's op mijn telefoon die je helpen identificeren welke paddenstoel je ziet zijn leuk. Maar soms vraag je je af of de app het wel goed heeft ( ook al zegt de app dat hij het 100% weet ). Want deze foto hieronder is 100 % zeker een fop-elfenbankje. Maar als ik de naam opzoek op internet zie ik ook vele andersoortige foto's die er niet eens op lijken. Maar wat voor mij het belangrijkste is, dat ik het een mooie zwam vind ! Met die mooie golfachtige structuren.
Dit is de paddenstoel waar iedereen naar op zoek is, de vliegenzwam, rood met witte stippen. Ik zou Marloes laten zien waar ze massaal groeiden in de kaapse bossen.
Maar helaas, bijna geen vliegenzwam te vinden !! Mensen die langskwamen hadden het er ook al over, dat het jaar ervoor het hier wemelde van de vliegenzwammen.
Dat komt omdat er die plek een berkenbosje is. Maar ze waren op één hand te tellen. Gelukkig vonden we op een andere plek deze twee gave vliegenzwammen.
De botercollybia is een algemene soort in Nederland, je ziet hem echt heel vaak. Hij schijnt ook eetbaar te zijn ( alleen de hoed ).
Groeit op wat zurige bodem. De rand van de paddenstoel gaat ook in het begin opstaan, wat hem mooi maakt om met tegenlicht te fotograferen.
De hoed van de paddenstoel voelt ook wat vettig ( vandaar zijn naam denk ik ). Ze behoren tot een veel grotere familie van de russula's.
Houtknotszwam, of ook wel dodemansvingers of dodemanshand genoemd. Op deze foto kan je wel spreken van een hand ( met 2 vingers teveel ). Hij behoort tot de zakjeszwammen. Het is een algemene zwam die bijna alleen groeit op beuken en eiken. Je kan hem het hele jaar tegenkomen en hem een hand geven :)
Deze mooie korstzwam heb ik wel vaker gezien, maar niet in zo een donkerpaarse kleur. Het is de paarsekorstzwam of purperkorstzwam ook wel genoemd.
Hoewel hij algemeen is, zie ik hem maar zelden. Hij leeft van dood hout van loofbomen, maar kan ook als parasiet voorkomen en veroorzaakt dan de loodglansziekte. De krijgen de bladeren een grijze, loodachtige, kleur. Deze zwam ontstaat vooral bij een temperatuur rond de 10 graden en een hoge luchtvochtigheid, zoals bij veel regen, mist en dauw.
Ze groeien op dode stammen en stompen van naaldbomen. Hoewel ik veel in de bossen geweest ben, ook naaldboom bossen, ik heb hem nog nooit gezien.
Als ik op waarnemingen.nl kijk is het een zeer algemene soort.
Ik had ook foto's moeten maken van de onderkant, want dat schijnt ook blauw te zijn en de sporen die de zwam afgeeft zijn ook blauw. Bijzonder vind ik het.
Ik was in november met iemand van twiiter naar het Lockhorsterbos, vlakbij Amerongen. Een mooi klein gemengd bos en op één van de gevallen naaldbomen kwam ik ze tegen idd.
Om in de kleuren te blijven, vond ik deze paarse knoopzwam. Deze zwam komt in allerlei vormen voor: knikkervormig, tolvormig, bekervormig, staafjesvormig, bladvormig en hersenvormig. De laatste vind ik wel van toepassing op de foto. Inderdaad zie je de schijfvorm en deze hersenvorm het meeste. Maar ook in kleur verschillen ze vaak. Ze leven van dood naaldhout.
Dit blijven hele lieve en fotogenieke witte zwammetjes. Oorzwammetjes. Je ziet ze veel op dunne stammetjes en takjes groeien van diverse loofbomen. Van bovenaf zijn ze saai wit en egaal. Maar als je ze omdraait dan zie je de mooi gevormde lamelletjes en aan de rand wat witte pluis. Iedereen die je ze laat zien is meteen "verliefd ".
Er schijnen ook rode oorzwammetjes te bestaan, maar die zijn zeldzaam.
Alweer een bloedsteel mycena. Ik heb denk ik al twee foto's geplaatst in dit fotoboek. Maar deze compositie was zo mooi, dat ik deze foto nog echt erbij wilde hebben.
Een toevalligheidje dat de middelste paddenstoel geknikt of gebogen was en als achtergrond dient voor het kleintje ervoor. Daarbij kwam net het zonnetje door wat een schaduw op de lamellen projecteerde. Niet alleen de kleur van de hoed is rood, maar ook als je de paddenstoel beschadigd, komt er bloedrood sap vanaf.
Boven een witte bultzwam, deze ben ik nog nooit tegengekomen.
Het lijkt meer een torentje waar elke keer een etage bovenop komt.
Apart ook de gaatjes in de bovenste delen. En best mooi wit zijn ze, alsof ze door een mens gemaakt zijn ( in gips ). Ik vond hem in een gemengd bos.
En hieronder witte melksteelmycena's. Mooie ranke paddenstoeltjes met een bijna doorzichtige steel.