Niet alleen het Corona virus raast over ons land, maar ook een uiterst besmettelijk vogelgriepvirus ! De laatste jaren zie ik in de polders ook veel meer "gave "dode vogels liggen.
In poldergebieden vallen dode vogels eerder op dan in bossen en of natuurgebieden.
Meestal zie ik ze in slootjes liggen om de weilanden heen.
Ik maakte mij best zorgen, zoveel dode vogels in je eigen leefomgeving.
We blijken de ergste vogelgriep virus uitbraak sinds we dit virus kennen lees ik de laatste maanden.
Als je je verdiept in deze ziekte, dan gebeurt hier hetzelfde bij dieren, vogels merendeel en kippen en kalkoenen schijnen er meer bevattelijk er voor te zijn dan andere soorten vogels.
Maar het laatste jaar zie ik veel meer watervogels en meeuwen dood liggen in de polders.
Op onderstaande link kunt u een eend zien welke is geïnfecteerd met vogelgriep. Ze sterven een afschuwelijke dood.
https://www.youtube.com/watch?v=8475nlRVbLA&ab_channel=WimvanderSchot
Op Wikipedia wordt uitgelegd wat het vogelgriep virus is en inhoudt.
Zie onderstaande link:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vogelgriep
Vogelgriep, vogelpest of aviaire influenza is een ziekte die voorkomt bij vogels, voornamelijk hoenderachtigen, die griepachtige verschijnselen veroorzaakt, met sufheid, tranende ogen en opgezette kelen. Ook verkleurt de kam van de vogel. Sommige vogels sterven direct na de eerste besmetting. De incubatietijd bedraagt drie dagen tot twee weken. De ziekte is dodelijk voor kippen, kalkoenen, ganzen, roofvogels en eenden. Het risico dat mensen in Europa met vogelgriep besmet raken is zeer klein.[1]
De veroorzaker van de ziekte is een variant van het influenzavirus: het influenza A-virus. Dit virus is zeer variabel, zodat telkens nieuwe varianten ontstaan. Virussen vermenigvuldigen in een gastheercel. In één op de 10.000 gevallen kan door kleine foutjes in het vermenigvuldigingsproces (mutaties) een virus ontstaan dat anders, en mogelijk gevaarlijker, is dan het oorspronkelijke virus. Dit mutatieproces bij virussen heet antigene drift. Bij influenza A-virussen komt ook reassortment voor waarbij verschillende virussen genetisch materiaal met elkaar uitwisselen, genaamd antigene shift. Een laagpathogeen aviair influenzavirus kan muteren tot een hoogpathogeen virus dat een zeer besmettelijke, dodelijke variant voor de meeste vogelsoorten vormt.
Vatbare diersoorten en mensen
Vogels die vatbaar zijn voor vogelgriep zijn: kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen, pauwen, duiven met uitzondering van postduiven, kwartels, fazanten, patrijzen en roofvogels. Wilde watervogels kunnen besmet zijn, maar worden meestal niet ziek. Ook loopvogels zoals struisvogels, emoes en nandoes kunnen worden besmet.
Ook zoogdieren, waaronder mensen, kunnen door het vogelgriepvirus worden besmet. Er zijn gevallen bekend in de Verenigde Staten van één paard en een aantal mensen. De ziekteverschijnselen waren daarbij vrij mild. In Hongkong trad een ernstiger besmetting op. In 1997 overleden zes slachtoffers aan besmetting met de H5-variant. Ook kan het virus bij mensen een oogontsteking (conjunctivitis) veroorzaken, die overgedragen kan worden van mens op mens.
Tijdens de vogelgriepuitbraak in 2003 in Nederland bleek dat ook in varkens de aanwezigheid van antistoffen tegen het vogelgriepvirus kan worden aangetoond. Dit bleek het geval te zijn op gemengde boerenbedrijven, met zowel varkens als kippen. Er waren geen aanwijzingen dat varkens het vogelgriepvirus verder verspreiden.
Op 16 februari 2004 werd in Bangkok (Thailand) bekendgemaakt, dat een luipaard aan het H5N1-virus was bezweken en dat een tijger aan het herstellen was van een infectie met het virus.
Overleden dierenarts
Op 17 april 2003 overleed in het Jeroen Bosch Ziekenhuis in 's-Hertogenbosch een 57-jarige dierenarts aan een ernstige longontsteking. In de longen van deze dierenarts werd het vogelgriepvirus aangetoond. Omdat er geen andere mogelijke verklaring is gevonden voor het ziektebeeld, is er een sterke aanwijzing dat de man is overleden aan de gevolgen van infectie met het vogelgriepvirus. De man had op basis van de heersende richtlijnen van de Nederlandse overheid geen antivirale geneesmiddelen (bijvoorbeeld Tamiflu) ingenomen, hoewel hij werkzaamheden had verricht op een besmet bedrijf. Daarom is besloten de antivirale middelen ook bij kort contact met besmette vogels voor te schrijven.
Naar aanleiding van dat sterfgeval is door de Nederlandse rijksoverheid een commissie ingesteld onder leiding van Ben Bot. Deze commissie constateerde dat het overlijden van de dierenarts een ongelukkige samenloop van omstandigheden was, en dat de dierenarts zich strikt gehouden had aan de regels die op dat moment voor hem golden. De commissie constateerde ook dat de diverse instanties hebben gedaan wat op dat moment aangewezen leek. De dierenarts had geen (zichtbare) conjunctivitis gekregen, wat verder eenieder (ca. 100) van de ruimers die besmet zijn geraakt met het aviaire virus wel had. De dierenarts maakte op 2 april deel uit een specialistenteam van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (RVV), dat een melding van een verdenking van aviaire influenza ('vogelpest') bij een pluimveebedrijf te Teeffelen onderzocht. Een verdenking die achteraf ook bevestigd is. Teeffelen lag buiten het toezichtsgebied (=crisisgebied) zoals dat op dat moment door het ministerie van LNV was vastgesteld. Alleen binnen het toezichtsgebied golden speciale regels, zoals het preventief slikken van de virusremmer Tamiflu door ruimers (dierenartsen, vangers en rapers van de kippen etc.) van besmette en verdachte stallen. Deze dierenarts is na eerste griepverschijnselen getest op de vogelgriep, maar de eerste test was negatief (de test heeft ook geen betrouwbaarheidsinterval van 100%). Een tweede test die later werd uitgevoerd was wel positief, maar toen was het al te laat voor een behandeling.
Dus we moeten oppassen !! Want het virus besmet niet alleen vogels, maar is ook al overgesprongen op zoogdieren !
Wanneer worden we eens wakker ? Wanneer stappen we af van het houden van massa's kippen dicht op elkaar. Aangezien het vogelgriep virus niet meer weg zal gaan, moeten we toch een oplossing vinden.
Dat zou kunnen zijn middels vaccineren ( net als bij de mens met de Covid pandemie ).
Het verschil is, dat je alleen de dieren die "gehouden" worden door de mens kunt vaccineren.
De wilde vogelsoorten kunnen niet gevaccineerd worden, dus zal het vogelgriep virus blijven bestaan.
Vaccinatie van pluimvee wordt niet toegepast ( nog ) omdat het de export van vlees en dieren kan beïnvloeden.
H5N1 is endemisch ( in het land zelf, dus niet Pan-demisch, dat is over de gehele wereld ) in vogels in Zuid-Azië en dreigt endemisch te worden bij alle vogels. Dit komt doordat besmette trekvogels het virus wereldwijd verspreiden. Bekend is dat pluimvee vatbaar is voor het virus en dat het besmet kan worden door onder meer de uitwerpselen van besmette trekvogels.
Op 20 februari 2007 werd bekendgemaakt[1] dat in een dierentuin in Islamabad (Pakistan) ten minste 4 pauwen en een gans dood gingen aan de H5N1-besmetting.
Mortaliteit
De mortaliteit bij mensen door het virus is niet goed bekend, omdat milder verlopende infecties niet altijd geregistreerd worden. Over het algemeen wordt aangenomen dat griepvirussen die afkomstig zijn van vogels en een pandemie hebben veroorzaakt, in 2,5-5% van de ziektegevallen dodelijk zijn geweest. De uitkomst van een groot epidemiologisch onderzoek in Vietnam in 2006 suggereert, dat een H5N1-infectie bij mensen veelal als een gewone griep verloopt.[2]
Tegen een virus van het subtype H5Nx heeft de mens geen resistentie.[bron?] Het immuunsysteem herkent het virus niet direct, waardoor het virus zich de eerste uren of dagen ongebreideld kan vermenigvuldigen en de besmette mens ziek kan maken. Het immuunsysteem reageert te laat op de infectie en daarbij kan ook een overreactie ontstaan.
Vooral voor mensen in de risicogroepen - ouderen, suikerpatiënten en jonge kinderen - zal in veel gevallen dit antwoord van het immuunsysteem te laat komen. Zij lopen het grootste risico te overlijden aan de gevolgen van een H5N1-besmetting. Gezonde mensen tussen de 15-65 jaar zullen vooral ernstig ziek worden, maar zij hebben de grootste kans de infectie te overleven.[bron?]
2019/2020
Op 31 december 2019 was er in Oost-Polen een uitbraak van de hoogpathogene variant H5N8. Dat was de eerste HPAI-uitbraak in de Europese Unie van dat winterseizoen. Daarna werden uitbraken gemeld uit meerdere landen in midden en Oost-Europa (Polen, Slowakije, Hongarije, Roemenië, Tsjechië, Duitsland en Oekraïne). Er waren al wat eerder ook twee dode besmette wilde vogels gevonden, een in Polen en een in Duitsland vlak bij de Poolse grens. Nadat op een hobbylocatie bij het Duitse Bretzfeld een geval van vogelgriep was geconstateerd, stelde minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit per 12 februari 2020 voor heel Nederland een ophokplicht in voor alle bedrijven die commercieel pluimvee houden. Op 13 maart werd een tweede besmet hobbybedrijf in de buurt van Leipzig gevonden. De week daarop werd een derde besmettingsgeval gevonden bij een kalkoenenbedrijf in het Noorden van Duitsland, dicht bij de grens met Groningen. Op 6 maart werd de ophokplicht voor commercieel pluimvee verlengd en op 28 april ingetrokken.[9]
2020/2021
In oktober 2020 werd in Nederland bij wilde vogels het zeer besmettelijke type H5N8 vastgesteld. Op 23 oktober 2020 kwam er weer een ophokplicht voor bedrijven met commercieel gehouden gevogelte. Eendenhouderijen kregen ook te maken met hygiënevoorschriften voor stalstrooisel. Op 29 oktober 2020 volgde een afschermplicht voor vogels in dierentuinen, kinderboerderijen en bij hobbydierhouders. Op 19 juni 2021 werd de ophok- en afschermplicht in 5 van de 20 landelijke regio’s ingetrokken. Op 26 oktober 2021 echter werd de afscherm- en ophokplicht opnieuw in heel Nederland van kracht. Alle dierentuinen, kinderboerderijen en eigenaren van hobbyvogels moeten hun pluimvee en watervogels weer afschermen. Bij commerciële pluimveebedrijven zijn er extra hygiënemaatregelen voor personeel en bezoek verplicht.[10] In december 2021 meldde het Duitse Friedrich-Loeffler-Instituut (FLI) dat Europa te maken heeft met de zwaarste uitbraak van vogelgriep ooit.[11]
Uit de universiteit van Wageningen staat ook de vogelgriep pandemie goed beschreven ( zie link ).
Op dit moment is handel in tegen vogelgriep gevaccineerd pluimvee(producten) niet toegestaan binnen de Europese Unie. Ook andere landen willen vaak geen gevaccineerd pluimvee (of producten) importeren. Indien Nederlandse pluimveehouders willen gaan vaccineren dan heeft dit dus grote gevolgen voor de export. Er zullen daarom eerst internationaal afspraken gemaakt moeten worden over vaccinatie van pluimvee en de acceptatie van gevaccineerd pluimvee of producten.
Als gevolg van de handelsbeperkingen is er op dit moment geen afzetmarkt voor vogelgriepvaccins in de EU. Het is voor de farmaceutische industrie daarom niet rendabel om te investeren in het ontwikkelen van een vaccin. Maar juist omdat er nog geen effectief vaccin beschikbaar is zullen landen de handelsbeperkingen niet willen loslaten, omdat zij het risico van import van ongemerkt geïnfecteerd pluimvee te groot vinden.
De verwachting is dat het risico op HPAI vogelgriep introductie ook de komende jaren hoog blijft. Het is daarom verstandig om nu internationaal de discussie over vaccinatie te starten en ook te investeren in vaccinontwikkeling. Een belangrijke overweging hierbij is vaccinatiestrategie. Mogelijkheden zijn het preventief inenten van alle pluimvee of gerichte vaccinatie wanneer er HPAI uitbraken zijn of dreigen.
De vogelgrieprichtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 van de EU, die eind 2006 in nationale wetgeving moest zijn opgenomen, maakt onderscheid tussen hoogpathogeen (HPAI) en laagpathogeen (LPAI) vogelgriep. Laag pathogeen vogelgriep maakt de dieren niet ziek, maar kan volgens wetenschappers muteren in hoog pathogeen vogelgriep, dat kippen wel ernstig ziek kan maken en potentieel ook kan overgaan op mensen. Daarom moet in beide gevallen het pluimvee op het besmette bedrijf en daar omheen geruimd worden en moeten de lidstaten in ieder geval maatregelen treffen in een 3 km zone rondom een uitbraak. Dat kan alle eigenaren van voor vogelgriep vatbare (sier)vogels raken.
De EU betaalt 50% van de bestrijdingskosten, inclusief de vervanging van de dieren. In Nederland betalen de pluimveehouders de andere 50% (via het zogenaamde Diergezondheidsfonds) tot een maximum van € 20 miljoen in de periode tot en met 2009. Daarboven betaalt de Nederlandse overheid.
Daar komt dus nog bij dat de huidige vaccins niet werken bij dit hoog pathogeen virus wat nu rond gaat over de wereld. Eigenlijk zitten er redelijke gelijkenissen met het Corona virus.
Ook het Corona virus muteert best snel. In december 2021 is er een mutatie ontstaan bij het Corona virus. Eerst hadden we te maken met de Delta variant die in de herfst van 2021 al de dominante soort is.
Maar december 2021 werden we ineens geconfronteerd met een mutant uit Zuid-Afrika.
Deze kreeg de naam Omikron. Deze Omikron variant heeft in een paar weken de Delta variant weggevaagd en is Omikron al na een paar weken de dominante Corona mutatie.
Blijkbaar muteert het vogelgriep virus nog sneller dan het corona virus, best eng eigenlijk.
Het begon ooit met een laag pathogeen virus (LPAI ) en nu anno 2022 zitten we met een hoog pathogeen virus ( HPAI ).
Wat dus waarschijnlijk is gebeurt met het corona virus, zou ook met het vogelgriep virus kunnen gebeuren. Er zijn al mensen besmet geweest en er aan overleden. Maar dat was redelijk lokaal.
Maar wat als een hoog pathogeen virus muteert en het ook van mens tot mens kan overgaan.
Dan hebben we onze volgende pandemie te pakken !!
Vogelgriep wordt veroorzaakt door een bepaald soort influenzavirus. Dit virus kan af en toe ook mensen besmetten. De kans daar op is niet groot, mensen worden niet gemakkelijk aangestoken door de vogelgriep. De kans op overdracht van het virus van mens op mens is gering. Iedereen die direct bij de ruiming van besmet pluimvee betrokken is, loopt een klein risico op besmetting en krijgt daarom antivirale middelen voorgeschreven. Sommige varianten van het virus kunnen dodelijk zijn, bijvoorbeeld het type H5N1.
Er bestaat een kleine kans dat een mens die al met het mensengriepvirus is besmet, ook besmet wordt met het vogelgriepvirus. In dat geval zouden de beide virussen in een gastheercel erfelijk materiaal kunnen uitwisselen en zou er een nieuwe variant van het mensengriepvirus kunnen ontstaan, die gevaarlijk zou zijn voor de volksgezondheid, en zelfs een pandemie zou kunnen veroorzaken. Om deze, niet geheel onwaarschijnlijke, situatie te voorkomen krijgt iedereen die direct bij de ruiming van pluimvee in Nederland betrokken is en mensen die wonen of werken op een bedrijf in het beschermingsgebied een griepprik aangeboden.
In Nederland houden sommige dierenartsen die in de pluimveesector werken uit voorzorg antivirale middelen beschikbaar. Deze worden echter pas vergoed door de overheid als er daadwerkelijk een reden is om ze in te nemen.
Pandemie
Een studie van het Wereldgezondheidsorganisatie heeft aangetoond dat indien het virus door een mutatie ooit een nieuwe pandemie zou veroorzaken de grootste risicolanden Zuid-Afrika, VS, Groot-Brittannië, Duitsland, Nederland, België en Luxemburg zullen zijn omdat in die landen een hoge bevolkingsdichtheid kennen en omdat veel inwoners vaak verre reizen maken en zo infecties het land in kunnen brengen. Als het ooit zover komt zullen de gevolgen groot zijn. Voor Nederland heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) een schatting gemaakt dat wanneer een pandemie uitbreekt, in een periode van drie maanden ongeveer een kwart van de bevolking ziek wordt. Een op de honderd van de besmette mensen zou er aan overlijden, wat neerkomt op ongeveer 40.000 burgers.
Europa heeft fondsen beschikbaar gesteld voor research naar een vaccin en om door verbeterde controles sneller infecties bij pluimvee op te sporen.
Op een site van Animalrights staat het volgende, zie link hieronder:
Verspreiding
Oorspronkelijk kwam het vogelgriepvirus alleen voor bij watervogels zoals ganzen, eenden en zwanen, in een variant die hen niet of nauwelijks ziek maakt. Hoogpathogene vogelgriepvirussen komen voort uit laagpathogene door mutaties in het genetisch materiaal van het virus. Deze mutaties vinden bijna altijd plaats onder besmet pluimvee in de vee-industrie.
De intensieve pluimveehouderij is de belangrijkste bron van hoogpathogene vogelgriepvirussen. Hoewel vogelgriep zich normaliter alleen via water verspreidt, zitten kippen in moderne pluimveebedrijven zo dicht op elkaar dat het virus zich daar zonder water kan verspreiden.
De kans op verspreiding groeit naarmate de dieren dichter op elkaar zitten. Als die ook nog in aanraking komen met wilde vogels, en dus met meer bestaande varianten van het virus, is er een serieuze mogelijkheid dat op zo’n manier een nieuw virus ontstaat.
Mutaties in de pluimvee-industrie
De andere manier, en ook de manier waarop laagpathogene virussen hoogpathogeen worden, is door een mutatie. Een mutatie die leidt tot een levensvatbare verandering van het vogelgriepvirus is zeldzaam. Maar bij de enorme aantallen dieren in de pluimveeindustrie wordt het virus binnen no-time miljarden keren vermeerderd. Dus ook al zijn levensvatbare mutaties zeldzaam, het virus wordt zó vaak vermeerderd dat het toch aan de lopende band muteert. De variant die zich het hardst voortplant - snel en veel andere dieren aansteekt - zal het talrijkst worden. Natuurlijke selectie zorgt zo voor hoge besmettelijkheid, het houderijsysteem zorgt ervoor dat ondanks hoge en snelle sterfte er genoeg nieuwe gastheren (en -dames) zijn voor het virus om te overleven en zich te verspreiden.
Tussen 1959 en 2015 zijn er 39 gevallen geregistreerd waarin een relatief ongevaarlijk H5- of H7-vogelgriepvirus muteerde in een dodelijke variant. 37 keer ontstond die in de pluimvee-industrie.
Ook zoogdieren vatbaar voor vogelgriep
Ook zoogdieren, waaronder mensen, kunnen door het vogelgriepvirus worden besmet. In 1918 kostte de Spaanse griep (H1N1) 40 tot 50 miljoen levens. Dit virus had waarschijnlijk een achtergrond bij vogels. Tijdens de vogelpestuitbraak in 2003 in Nederland bleek dat ook in varkens de aanwezigheid van antistoffen tegen het vogelpestvirus kan worden aangetoond. Op 17 april 2003 overleed een 57-jarige dierenarts aan een ernstige longontsteking. In de longen van deze dierenarts werd het vogelgriepvirus aangetoond. De laatste paar jaar worden ook wilde zoogdieren, zoals de vos, de zeehond en de otter, door vogelgriep getroffen.
Vaccins zijn er wel - maar we willen ze niet
Uitbraken van vogelgriep zijn eenvoudig te voorkomen: tegen de bestaande varianten van vogelgriep zijn vaccins op de markt. China, bijvoorbeeld, gebruikt ze succesvol om uitbraken te voorkomen, maar de EU wil niet dat pluimvee preventief wordt gevaccineerd, omdat dat de export van kippenvlees bemoeilijkt. Gevaccineerde kippen worden niet ziek, en verspreiden het virus nauwelijks, maar omdat tests voor vogelgriep dan ook niet meer werken, mogen ingeënte kippen niet worden verhandeld binnen Europa. Het betekent ook dat een virus makkelijker sluimerend aanwezig kan zijn zonder dat dat duidelijk wordt door zieke kippen. Europa kiest bewust voor een hoger risico op een dodelijke uitbraak, en het regelmatig ruimen van grote hoeveelheden kippen. Dat is puur vanwege het economische belang van de export. De belastingbetaler draait op voor de kosten.
De pluimveehouderij zelf is het onderliggende probleem
Het echte, onderliggende probleem is natuurlijk de intensieve pluimveehouderij. Nederland heeft de hoogste pluimveedichtheid in Europa. "In Limburg is die achttien keer hoger dan het Europese gemiddelde. Die schaal heeft allerlei negatieve effecten," aldus Thijs Kuiken, hoogleraar vergelijkende pathologie bij het Rotterdamse Erasmus MC in NRC Handelsblad.1
Kuiken heeft het dan niet alleen over vogelgriep, maar ook over andere ziekten, dierenwelzijn, de uitstoot van fijnstof, stikstof en broeikasgassen en landgebruik elders in de wereld om voedsel voor Nederlands pluimvee te verbouwen. "Je moet daar holistisch naar kijken", zegt hij in het interview. "Wij spreken van een one health-benadering: gericht op een betere gezondheid van mens, dier en milieu."
Intussen wordt de pluimveehouderij in Nederland alleen maar intensiever- en dat is vragen om problemen. De vogelgriep zelf is een verschrikkelijke ziekte voor pluimvee en wilde vogels en brengt enorm lijden met zich mee. Lijden dat voorkomen kan worden. Het terugbrengen en verspreiden van het aantal pluimveehouderijen is de enige oplossing.
Wie op geen enkele manier wil bijdragen aan dierenleed kiest natuurlijk plantaardig.