Een aantal jaar geleden kwam ik deze kleine organismen tegen in het Purmerbos en was gelijk om. Met om, bedoel ik niet dat ik omviel ( hoewel, je moet altijd wel door de knieën bij slijmzwammen ), maar dat ik gepakt was door deze vreemde schepsels in al zijn vormen.
Dit is het Troskalknetje. Het laat niets zien wat de naam zou vermoeden, ik zie geen trossen !
Slijmzwammen hebben verschillende fasen en dit is de "plasmoidale fase ".
Hier is de slijmzwam nog mobiel en op zoek naar voedsel. Men heeft wel proeven gedaan en ergens voedsel gelegd wat deze slijmzwam niet kan weerstaan en hij ging in één rechte lijn op zijn doel af.
Als men dit herhaalde met hindernissen deze keer, ook dan wist de slijmzwam de kortste weg te vinden naar het voedsel. Hij navigeert nog beter dan een "Tomtom ".
En dit is zijn laatste fase. Het produceert sporen-lichamen. Hier zijn het de trosjes enigszins blauwe bolletjes die hangen aan een geel steeltje. Dit is dus één en dezelfde soort slijmzwam !
Wat een metamorfose ! Niet alle slijmzwammen hebben zo een bijzondere verandering.
IK heb naar deze soort jaren gezocht. Vaak vond ik de gele smurrie met zijn kronkelachtige gele aders.
Maar nooit de laatste fase waarbij het de sporen vormt.
Slijmzwammen zijn dus een heel zelfstandige groep binnen al het leven op aarde.
Wikipedia omschrijft het rijk der slijmzwammen als volgt :
De slijmzwammen (Mycetozoa) zijn een groep eukaryote organismen ( elke cel bevat een celkern ) , die zich voortplanten door middel van sporen. De positie van de groep is sterk aan verandering onderhevig en staat nog ter discussie. Voorheen werden ze tot het rijk schimmels, in de supergroep Opisthokonta gerekend. Later werden ze vaak in de supergroep Amoebozoa geplaatst, maar er zijn ook auteurs die ze als een apart eukaryoot rijk, naast onder andere planten, dieren en schimmels, beschouwen.
Slijmzwammen komen veel voor, maar zijn meestal onopvallend. Een beperkt aantal soorten heeft een Nederlandse naam zoals heksenboter, bloedweizwam en zilveren boomkussen.
Een belangrijk verschil tussen slijmzwammen en schimmels is de celwand: de celwanden van schimmels bestaan uit chitine, die van slijmzwammen niet.
Een slijmzwam begint zijn leven als een eencellige die zich daarna vormt als een groep cellen ( met celkernen ) die ( als de groep cellen groot genoeg is ) zich kunnen bewegen.
Dit noemen de de plasmoidale fase ( zoals op de 1e foto te zien is ) waarbij de groep zich beweegt ( als een Amoebe ) en op zoek gaat naar voedsel. Als het genoeg voedsel heeft gehad gaat de groep cellen zich op een vaste plek nestelen en veranderd het zich ( met vele vormen en kleuren per soort ) in kleine vruchtlichamen waarin sporen zitten om zich te vermenigvuldigen.
Een slijmzwam is echt wel een bijzonder organisme !! In een duits onderzoek zijn ze te weten gekomen dat slijmzwammen slimme beslissingen kunnen nemen en zelfs herinneringen kunnen vastleggen zonder dat de slijmzwam zenuwvezels heeft, laat staan hersenen. Ze hebben het vermogen informatie op te slaan en het zich te herinneren. Dat geeft de slijmzwam een duidelijk voordeel bij het zoeken naar voedsel of dat het zich herinnert dat het niet op een bepaalde ( schadelijke ) plek moet komen.
Men dacht altijd dat dit soort vermogen alleen was voorbestemd voor organismen die een zenuwstelsel hebben.
Meeste slijmzwammen zijn heel klein, met een gemiddelde van 2 mm. Daarom weten de meeste mensen niet dat ze bestaan, laat staan dat ze ze zien. Alleen heel opvallende kleuren worden wel gezien zoals het bekende "Heksenboter ".
Uit zo een spore ontwikkeld zich een een organisme welke lijkt op een amoebe.Het beweegt en kan eten zoeken. Slijmzwammen eten bacteriën ,schimmels en ander organisch materiaal ( denk dan aan nat hout ). Slijmzwammen kunnen zweepharen ontwikkelen om te kunnen zwemmen. Mocht het nodig zijn kunnen ze zich weer omvormen tot het kruipende stadia.
Als de omgeving dat toelaat deelt de slijmzwam cellen zich keer op keer en vormen ze een organisme met veel kernen. Dan krijgt het een vorm zoals op de eerste foto te zien is, een slijmerig geheel. Het kan zich ook in deze toestand nog voortbewegen om voedsel te zoeken en groter te groeien. Qua afmetingen zijn slijmzwammen divers. Zo zie je aardig grote "boomwratten " tot hele kleine exemplaren die je met een vergrootglas moet zoeken.
Meeste slijmzwammen zijn klein.
Slijmzwammen zijn heel kwetsbaar, bij de minste of geringste verstoring ontwikkelen
ze zich niet verder.
Misschien is dat de reden dat ik in een bepaald jaar vele slijmzwam-soorten zag in een bepaald stuk bos, maar de jaren daarna nagenoeg geen slijmzwam meer te vinden was. Meeste slijmzwammen zijn pas goed te "determineren " ( een naam te geven ) als ze sporen gaan vormen. Ze kunnen allerhande kleuren krijgen, maar ook vormen. Zo zie je bijvoorbeeld "de netwatjes familie" met hun vaak bruine pruikjes op een steeltje.
Kort geleden zag ik deze "grijs witte Kalkkopjes " in het bos.
Ook kun je bepaalde soorten herkennen aan de kleur en vorm van hun steeltjes waarop vaak een bolletje staat.
Deze foto komt van de site: https://www.mycologen.nl/Slijmzwammen/nieuwsbrief/No_2_slijmzwammennieuws.pdf
De "sporangia " ( zo noemen de de bolletjes op de steeltjes ) zijn vaak nog niet eens 1 mm groot.
Het is dus echt zoeken met je neus op de grond zeg maar. De sporendoosjes ( zoals ik ze maar noem ) staan vaak wel met velen bij elkaar en zoals ik al zie, hebben ze vaak verschillende kleuren, waardoor ze voor een "geoefend oog " toch opvallen. Zoals op de foto hieronder zijn ze oranje.
Om ze goed een naam te kunnen geven ( determineren ) heb je ook vaak een microscoop nodig om naar de vorm van de sporen te kijken om bepaalde soorten te onderscheiden. Zover ga ik niet. Ik bekijk ze alleen uitwendig en zoek veel op internet om ze een naam te kunnen geven.
De
overgang van het kruipende organisme ( plasmodium ) naar spore stadia
kan heel snel gaan. Soms zie je bijna in 1 dag het veranderen. Of zie je
je plasmodiale slijmzwam geheel niet meer terug.... dan heeft hij zijn
wandel schoenen aangetrokken.
Je kan de sporangia ( de "doosjes" waar de sporen in zitten ) in 2 stadia tegenkomen.
De eerste is wanneer ze net gevormd zijn, dan zijn ze nog gesloten zoals op de foto hierboven.
En het 2e stadium is wanneer zo een doosje opengaat om zijn sporen te verspreiden.
Dit kun je goed zien bij het "Netwatje " op de foto hieronder. Dan zie je een pruikje van haren, en tussen de haren bevinden zich hele kleine sporen die door de wind/ water etc verspreid kunnen worden.
Als er ongunstige omstandigheden voordoen.... zoals de laatste jaren het geval is ( opwarming van de aarde ) waarbij de zomers veel te droog zijn en te heet, dan kan een plasmodium ( het slijmerige ontwikkelstadium van de slijmzwam ) zich verharden en wordt dan een "sclerotium" genoemd. Wanneer de omstandigheden weer optimaal zijn veranderd dit "sclerotium " weer in een plasmodium.
Zo een sclerotium kan ook aangevreten worden door muizen of slakken. Als dat gebeurt dan deert dat de slijmzwam niet en kan bij gunstige omstandigheden weer uitgroeien tot een plasmodium.
Slijmzwammen kunnen een voorkeur hebben voor bepaalde soorten ondergrond ( boomstam of mos ) en soorten bomen, net als paddenstoelen dat hebben. Ze leven niet van het hout zoals paddenstoelen dat wel doen. Maar juist van de schimmels en bacteriën die zich op dat vochtige hout bevinden. Ook dat is een groot verschil met paddenstoelen, die wel van het hout leven en ook de stevige cellulose celwanden kan verteren.
In de plasmoidale fase waarbij de slijmzwam zich kan verplaatsen lijken ze op het dierlijke leven zoals we kennen van amoeben. Dat zijn eencellige dieren die zich kunnen bewegen.
En op het einde van het leven van een slijmzwam lijkt het weer meer op de paddenstoelen, die ook sporen vormen. Logisch dat men in het begin de slijmzwammen tot het paddenstoelenrijk rekenden.
Slijmzwammen vind je meestal op erg nat hout. Ze hebben een vochtige omgeving nodig.
Daarom zie je meer slijmzwammen in het Purmerbos, dan bijvoorbeeld in de duinen.
Het Purmerbos is een aangeplant bos voor recreatie en houtproductie. Ze hebben er allemaal snelgroeiende soorten bomen geplaatst, zodat het snel een soort van bos zou worden.
En dat is gelukt ! De rond waarin de bomen zijn geplaatst is zware kleigrond ( die erg vruchtbaar is ) en waarop bijv de snelgroeiende populieren het goed doen. Je kan het bos een beetje vergelijken met de bossen in Flevoland.
Hier zie je hoe een slijmzwam zijn sporen heeft uitgezet op een boomstam. Ze zijn niet groter dan 1 mm, dus je oog moet er net op vallen. Of... je moet er naar op zoek zijn en het al vaker gedaan hebben om ze beter te kunnen vinden.
Het sporangia stadium. Oftewel de slijmzwam is veranderd van een slijmerige substantie naar bolletjes ( die de sporen bevatten ) op steeltjes. De witte bolletjes lijken wel allemaal lampjes van de philips-fabriek :) Zij veranderen nog van kleur als ze rijper worden.
Hier zie je weer andere sporangia van een ander soort slijmzwam. Deze noemen ze het grijs-wit kalkkopje. Voor mij zien ze er blauw uit.... En in de bolletjes schijnt veel kalk te zitten om het zijn stevigheid te geven.
Slijmzwammen in alle soorten en maten
![]() |
Als je op zoek bent naar slijmzwammen dan kom je onherroepelijk ook de echte zwammen tegen ( oftewel paddenstoelen, korstzwammen en zakjeszwammen etc ).
Het schimmelrijk is zo groot.... en zeker korstzwammen, lastig om de echte naam te vinden. Dus hou ik het bij de foto's :) De kleur roze kom je niet veel tegen bij korstzwammen.
Gewone Wimperzwammetjes. Erg mooi vind ik dit soort ! Deze soort behoort tot de bekerzwammen familie ! Het zwammetje verschijnt alleen of in groepjes op rottend hout, halfverteerde boombast of een bodem waarin houtresten aanwezig zijn
Deze Oranje aderzwam doet zijn naam wel erg eer aan. Hij is op een vreemde manier oranje...anders dan ik ze normaal zie. Misschien komt het omdat het erg donker was in het bos. Vaak zijn ze feller van kleur en niet zo bleek oranje zoals op de foto.
De oranje aderzwam heeft wel wat weg van een korstmos. Het is echter een
zwam, een paddenstoel zonder steel, die als een korst op het dode hout
groeit. Vooral aan de randen is kleur vaak fel oranje
Slijmzwammen houden niet van licht en daarom kijk ik onder losse boomstammen die op de grond liggen altijd even aan de onderzijde van de stam. En soms kom je een hardnekkige paddenstoel tegen die zelfs onder een boomstam probeert verder te groeien.
Dit is zijn jongere "broertje " dat ook onder de stam lag.
Dit is een Vilt-inktzwam. Dat bruine haar erbij is Ozonium.
De tekst heb ik van de site van vroege vogels waar ze het ook over Ozonium hadden en ik wist niet dat het te maken had met de Vilt-inktzwam die erbij groeide.
https://vroegevogels.bnnvara.nl/community/fotos/schimmels/luchtmycelium/331184
Ozonium is de naam voor een verschijnsel dat ook wel
"luchtmycelium"wordt genoemd. Het is een viltachtige mat van borstelige
haren, die volkomen uit steriel weefsel bestaan.
Het wordt gevormd door bepaalde viltinktzwammen (o.a. door de grote viltinktzwam).
Deze stam zit onder de Ozonium. Zo zie je het jaren niet en ineens kom je het 3 x tegen in het purmerbos.
Dit is de Zwarte Viltzwam. Ik had hem nog nooit gezien, en vond ze ook maar op één stukje bos. Hij komt ook niet erg algemeen voor als je internet mag geloven.
Glimmerinktzwammetjes zie je veel in het Purmerbos. Alsof ze met suiker zijn bestrooid.
Deze had ik nog nooit gezien. Het Eikelbekertje. Een bekerzwam dus die alleen op eikenstammen groeit. Hij is best klein en misschien daarom dat ik ze over het hoofd zie.
Deze Suikermycena zat ook aan de onderkant van een stammetje. Vandaar dat hij wat platgedrukt tegen de stam zit. Deze paddenstoeltjes zijn heel erg klein Ik denk dat deze nog geen halve centimeter is. Ze zijn bijna doorzichtig.
Korstzwammen zijn ook mooi ( de saaie plakkaten uitgezonderd ) , ze kunnen diverse kleuren en vormen hebben. Dit lijkt net een doolhofzwam
Een Aardappel bolleet.
Je ziet ze meer als ronde en op aardappel gelijkende vorm op de bodem van het bos.
Als ze rijpen, dan vormt zich meestal een klein gaatje bovenop om de sporen te kunnen verspreiden. Als kind vond ik het leuk om er met een stokje op te duwen en zo een wolk van sporen te zien ontsnappen.
Dit exemplaar is erg opengewerkt. Dit heb ik nog nooit eerder zo gezien en dacht in 1e instantie met een bekerzwam te maken te hebben.
Hier zijn verschillende korstzwammen door elkaar een groeien zo lijkt het. En met verschillende uitingen van een zwam, zoals de schimmeldraden, maar ook de korst met gaatjes er in.